Turkije, nog steeds een kandidaat-lidstaat van de EU, ondergaat onder het leiderschap van president Erdogan een transformatie van prille democratie naar een autoritaire staat. In de weg staan middenveld en oppositiepartijen. Zij houden vast aan democratische principes en het cultureel en etnisch verscheiden karakter van de Turkse staat. In de aanloop naar een grondwettelijk referendum, dat grotere macht moet geven aan de president, stelt Erdogan nu alles in het werk om elke overgebleven oppositie in de kiem te smoren. Geliefde prooi daarbij is de tweede grootste oppositiepartij van het land, de HDP, die met haar pro-Koerdisch en pro-parlementair discours een dubbel slachtoffer dreigt te worden.

”De Koerdische ontvoogdingsstrijd sleept al decennia aan en kost jaarlijks het leven aan honderden onschuldigen”, zegt Kamerlid An Capoen. “We hadden onze hoop gevestigd op de vredesgesprekken tussen de PKK en de Turkse overheid om tot een duurzame oplossing te komen. De bemiddelende rol die de HDP daarbij speelde was cruciaal. Maar de partij betaalt nu wel het gelag voor haar inspanningen.” Vandaag wachten twaalf HDP-parlementsleden, waaronder de partijleider Selahattin Demirtaş, in de gevangenis op hun politiek proces. Honderden anderen, zowel mandatarissen als aanhangers van de partij, kijken aan tegen een gelijkaardig lot.

Dialoog weer kans geven

Toch hebben de sprekers hun geloof in een goede afloop niet verloren. Turkije kent volgens hen een lange democratische en parlementaire geschiedenis. De Turkse bevolking zal dit referendum aangrijpen als een laatste kans om aan de totale onderdrukking te ontsnappen. Als de Turkse overheid zich dan neerlegt bij de uitkomst, kan men terug naar de onderhandelingstafel voor een politieke oplossing.

De HDP-vertegenwoordigers doen daarom ook een oproep aan onze parlementsleden, om druk te blijven uitoefenen en openlijk hun steun te betuigen aan de gevangen parlementsleden. Aan Europa vragen ze eindelijk duidelijkheid. Zelf zijn ze voorstanders van de Turkse toetreding, maar tegelijk verwelkomen ze het harde signaal: voor het eerst werd de Turkse elite duidelijk op haar verantwoordelijkheden gewezen. Ze betreuren dan ook dat de Europese Raad en Commissie niet het voorbeeld van hun eigen Parlement volgden en de keuze maakten voor economische belangen boven de eigen waarden.

“Wij gaan alvast verder in onze steun”, besluit Peter Luykx. “Met een brief, ondertekend door alle fracties in de Kamer, richten we ons opnieuw tot de Turkse regering, om enerzijds de vrijlating van onze collega’s te vragen en anderzijds te vragen de dialoog weer een kans te geven.”