Het aantal gedetineerden in onze Belgische gevangenissen heeft gedurende de voorbije legislatuur de historische kaap van 12.000 personen overschreden. Gelet op een beschikbare capaciteit van 10.743 plaatsen zitten de gevangenissen en dan vooral onze Vlaamse gevangenissen opnieuw overvol. Dit is onhoudbaar zowel voor de gedetineerden als voor het gevangenispersoneel. 

Onze visie omtrent het te voeren gevangenisbeleid is ongewijzigd gebleven en vertrekt vanuit het dubbele uitgangspunt waarbij de capaciteit van onze gevangenissen dient aangepast te worden aan het aantal gedetineerden en niet omgekeerd en waarbij alle straffen die door een rechter uitgesproken worden ook effectief dienen uitgevoerd te worden, ook de "korte" gevangenisstraffen onder de zes maanden. 

De bestaande problematiek vereist een veelzijdige aanpak die niet alleen betrekking heeft op de infrastructuur maar ook op de samenstelling van de gevangenisbevolking. 

Enerzijds blijven we op het vlak van infrastructuur pleiten voor de bouw van nieuwe en voldoende gevangeniscapaciteit, een modernisering van de verouderde bestaande gevangeniscapaciteit en de effectieve uitrol van kleinschalige detentiefaciliteiten zoals detentie- en transitiehuizen. Ook creatieve oplossingen zoals de huur van gevangenissen in het buitenland moeten terug op tafel komen. 

Anderzijds blijven we op het vlak van de samenstelling van onze gevangenisbevolking pleiten voor het afsluiten van terugnameakkoorden zodat gedetineerden zonder recht op verblijf hun straf kunnen uitzitten in hun land van herkomst en blijft het uiteindelijke doel dat élke geïnterneerde uit onze gevangenissen wordt gehaald en ondergebracht wordt in een gespecialiseerde psychiatrische instelling (FPC) waar er in gepaste zorg wordt voorzien.

We blijven voorstander van de alternatieve straffen zoals bijvoorbeeld het elektronisch toezicht maar die mogen niet gebruikt worden als gemakkelijkheidsoplossing om de overbevolking in de gevangenissen aan te pakken. Een alternatieve straf blijft een gunst die opgelegd kan worden indien een rechter dit nuttig/gepast vindt, maar onmogelijk moet worden bij risico op gevaar of risico op het verderzetten van de illegale praktijken.