Voor de N-VA is de grens bereikt. De inkomsten van de overheid zijn de voorbije jaren gestegen tot ongekende hoogtes. Die torenhoge belastingen vallen vooral ten laste van wie werkt, spaart en onderneemt. Dat moet stoppen. Te veel belastingen vernietigen jobs en ontmoedigen ondernemers om risico’s te nemen. Daarom moeten zowel de personenbelasting, de sociale bijdragen als de vennootschapsbelasting naar omlaag. 

Een land kan alleen welvarend zijn als de inkomsten en uitgaven van de overheid in evenwicht zijn. Een overheid die geld leent voor lopende uitgaven, schuift de problemen door naar de volgende generatie. De overheid zal de lagere belastinginkomsten moeten compenseren. De N-VA wil daarom de Moesen-norm introduceren. Daarbij wordt het totaal van de overheidsuitgaven gedurende enkele jaren bevroren. Binnen dat bevroren totaalbudget kunnen bepaalde deelbudgetten – zoals de pensioenen – vanzelfsprekend nog groeien. Dat verplicht de overheid om keuzes te maken: hier snoeien om elders te kunnen groeien.

Wanneer we structureel willen besparen, zullen we echter ook naar de structuren moeten kijken. Lagere belastingen invoeren wordt makkelijker wanneer Vlaanderen zelf bevoegd wordt voor zijn fiscaliteit. Een groot deel van de Vlaamse ontvangsten vloeien vandaag rechtstreeks of onrechtstreeks naar het zuiden van het land. Logisch dat de Franstaligen reserves maken bij de Vlaamse eis voor minder belastingen.