Vorige week schreef Imade Annouri op Knack.be dat minder werklozen niet betekent dat er meer mensen aan de slag zijn. Veel hangt natuurlijk af van hoe je de cijfers bekijkt. Annouri verwees naar de werkzaamheidsgraad die vrij stabiel bleef. Die werkzaamheidsgraad is een relatief gegeven: het is de verhouding tussen het aantal werkenden en de bevolking op actieve leeftijd. "De werkzaamheidsgraad lag in 2015 in Vlaanderen op 71,9 procent, exact even hoog als in 2013 en 2014", zo stelt Annouri vast.

Dat klopt. Maar het is maar één klein deel van het grotere verhaal. In Vlaanderen stijgt de groep van beroepsactieven (leeftijd tussen 20 en 64 jaar). Dat betekent dat er enerzijds extra jobs nodig zijn om de werkzaamheidsgraad te consolideren of te doen stijgen. Anderzijds zegt de werkzaamheidsgraad niks over de Vlamingen die geen betaalde arbeid verrichten of waarom zij geen betaalde arbeid verrichten.

VDAB overstelpt met vacatures

We starten ons verhaal bij het aantal vacatures en arbeidsplaatsen. Kijken we naar het aantal arbeidsplaatsen in Vlaanderen, dan zien we een sterke stijging van liefst 24.300 jobs tussen juni 2014 en juni 2015. Er werken vandaag dus wel degelijk meer mensen dan ooit tevoren in Vlaanderen.

Bovendien ziet het er goed uit voor de toekomst, want de VDAB wordt overstelpt door vacatures. In januari 2017 werden er 21.639 vacatures bij de VDAB geregistreerd. Dat is maar liefst 20,5 procent meer dan in januari 2016. In totaal ontving de VDAB de laatste twaalf maanden 230.345 vacatures. Dat is een stijging van 26,5 procent ten opzichte van het jaar voordien.

Als we dieper ingaan op die vacatures, dan kunnen we zien dat het daarbij niet enkel om hooggeschoolde en tijdelijke jobs gaat: neen, het aantal vaste jobs en laaggeschoolde jobs stijgt ook, respectievelijk met 27 en 23 procent. Meer jobs betekent ook meer opties voor iedereen die op zoek is naar iets anders, die op zoek is naar zijn eerste job of die door tegenslagen langdurig werkloos is. Meer kans dus ook dat de juiste persoon op de juiste plaats belandt, in een job die past bij zijn of haar kwaliteiten en ambities.

Florerende arbeidsmarkt

Of we nu kijken naar cijfers van de VDAB, de FOD Economie of de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid, allen wijzen ze op hetzelfde: een arbeidsmarkt die floreert en dynamischer is dan ooit tevoren.

"Kunnen we daaruit afleiden dat er meer werkloze Vlamingen een job hebben gevonden? Nee. ze vertellen ons vooral dat er minder werkloosheidsuitkeringen uitbetaald worden. Het is vandaag veel moeilijker om toelating te krijgen tot de werkloosheid en de daaraan gekoppelde werkloosheidsuitkering. Dat is een bewuste keuze van de huidige regeringspartijen", zo schrijft Annouri ook.

Prima dat Annouri het regeringsbeleid uitlegt, dan moeten wij het toch niet meer doen. Of een beetje maar: dat men een uitkering krijgt, zonder iets te doen, dat is niet meer van deze tijd. Vooral omdat jonge werkzoekenden vaak zonder werkervaring in een uitkeringsstelsel stroomden en daar lang bleven in hangen.

Als we dus mensen naar de juiste job willen leiden en zo de werkzaamheidsgraad willen verhogen, dan dienen we een goede wisselwerking en een goed evenwicht te creëren tussen de wortel en de stok. Tussen sanctioneren en uitkeringen voorbehouden aan wie er recht op heeft, en anderzijds zo snel en efficiënt mogelijk kunnen toeleiden naar een job.

Activeringsbeleid

Daarbij laten we de jongeren zeker niet in de steek. De Vlaamse Regering zet sinds vorig jaar in op duaal leren en werken: het vroegere leercontract in de volksmond, een student rond de 15 jaar die leert op de werkplek en die de 'stiel' aanleert. Het is een eerste stap om jongeren die anders ongekwalificeerd zouden uitstromen, te vatten en ervoor te zorgen dat ze een beroep aanleren en een kwalificatie behalen. Ik kijk al uit naar de eerste resultaten van dit systeem volgend jaar.

De adolescent die afstudeert van de middelbare school, de hogeschool of de universiteit zoekt natuurlijk ook een job. De Vlaamse Regering wil kort op de bal spelen en vat die jongeren binnen de vier maanden bij de VDAB. De VDAB verzorgt een traject op maat. Dat kan bestaan uit een individuele beroepsopleiding (IBO), een knelpuntberoepopleiding, een traject in tijdelijke werkervaring, enz. Voor sommige werkzoekenden zullen die maatregelen exact zijn wat ze nodig hebben om die eerste job te krijgen, voor anderen kan het een langere weg worden. Wij kiezen voor een omslag van het vroegere passieve arbeidsmarktbeleid naar een versterking van het activeringsbeleid voor werkzoekenden, met een nieuw evenwicht tussen rechten én plichten voor werkzoekenden. Ten slotte heeft die jongere een mooie rugzak waarmee hij kan pronken bij de werkgevers. Bedrijven die jongeren aanwerven, ontvangen dan weer forse RSZ-kortingen: een rechtstreeks gevolg van het nieuwe doelgroepenbeleid.

Laten we nu even de afslag nemen voor wie bovenstaande maatregelen geen evidentie zijn. Sommigen vinden niet snel een job. Het klopt dat door de strengere regels een kleine minderheid aanklopt bij het OCMW voor een leefloon. Die jongeren verdwijnen niet op de radar van de VDAB. De Vlaamse Regering ziet deze evolutie ook en is op zoek gegaan naar structurele maatregelen voor dit probleem. En die zijn er nu ook.

Grote steden, zoals Antwerpen en Gent - steden waar de grootste aantallen leefloners wonen - gaan proactief aan het werk. Zo stellen zij samenwerkingsakkoorden op die concrete actieplannen bevatten voor het activeren van leefloners, het aanpakken van de jeugdwerkloosheid - om de actieve begeleiding van vluchtelingen niet te vergeten. Kortom, door een versterkte samenwerking tussen OCMW's en VDAB worden leefloners benaderd, begeleid, opgeleid en klaargestoomd voor de arbeidsmarkt. Véél meer dan voorheen ooit het geval was.