Het meest concrete nieuws dat van de bevoegde staatssecretaris Bianca Debaets (CD&V) te vernemen valt over de uitbouw van Brussel als ‘smart city’, is dat er een congres en een ‘summit’ komen over dit onderwerp en dat er een coördinator werd aangesteld. “Met nog maar eens een congres of een summit is op zich niets mis,” stelt Van den Driessche, “maar het lijkt steeds meer op bezigheidstherapie en het moet een gebrek aan daadkracht verhullen.”

Onvoldoende budget

Vergelijk het Brusselse beleid met dat van Antwerpen, dat net gelanceerd is als proeftuin van Vlaanderen voor de ontwikkeling van ‘smart cities’. Antwerpen investeert jaarlijks acht miljoen euro in een ‘city of things’-project, waarbij allerlei ‘domme’ voorwerpen geconnecteerd worden door het plaatsen van sensoren. Daarbij investeert Antwerpen evenveel in één project als het totale budget voor het hele Brusselse gewest. “Van de uitbouw van zo’n project kan dit gewest enkel dromen”, meent Van den Driessche. “In Brussel verkiest men de toekomst te belasten, zoals de belasting op zendmasten en pylonen aantoont. De webapplicatie FixMyStreet, die onder andere toelaat sluikstorten aan te geven, staat na één jaar nog nergens. En voor de uitbouw van een gewestelijk platform voor camerabewaking doen vandaag slechts drie van de zes politiezones mee. Het resultaat in 2019 laat zich dan ook al raden: een lege doos.”