“De Brusselse gemeenten krijgen meer autonomie, maar er wordt geen enkele voorwaarde van behoorlijk bestuur gesteld”, constateert Van den Driessche. Voor hem is dat nochtans onontbeerlijk. “Je kan immers moeilijk stellen dat de Brusselse gemeenten een voorbeeld zijn van professionaliteit en communicatieve openheid. Het Eurostadion-project is daar een typisch voorbeeld van.”

Lokaal bestuur moet professioneler

“De afbouw van het toezicht zou gepaard moeten gaan met de verplichting om interne controleprocessen in te voeren. Aangevuld met bijvoorbeeld een extern auditcomité op gewestelijk niveau, dat de lokale besturen kan doorlichten, zou dat de werking van die lokale besturen moeten professionaliseren”, verduidelijkt Van den Driessche. “De afbouw van het toezicht moet verder gecompenseerd worden door meer openheid en transparantie. Zo zouden we moeten evolueren naar een soort digitaal lokaal staatsblad van de gemeenten, waarop alle beslissingen voor de inwoners raadpleegbaar zijn.”

Goed idee, lamentabele uitwerking

Het voorstel van de meerderheid voorziet evenmin maatregelen die ervoor zorgen dat het beleid van de 19 Brusselse gemeenten niet nog minder op elkaar afgestemd is. “We hebben een goed georganiseerd, sterk en efficiënt stadsgewest nodig. Door dit voorstel zal het verschil in beleid tussen de gemeenten nog toenemen. Het idee van vereenvoudiging is goed, de uitwerking is lamentabel”, besluit Van den Driessche.