Hoe lang werkt men in de rest van de wereld?

Ze vinden dat de pensioenhervorming er 'op een drafje' wordt doorgedrukt. Vreemde bewering, als we weten dat je met geen kettingzaag door de stapel wetenschappelijk werk over de toekomst van de pensioenen geraakt.

Die wetenschappelijke inbreng is van groot belang, maar ook mythes kunnen in een zogenaamd wetenschappelijk kleedje gestoken worden. Zo is er de hardnekkige mythe dat 300.000 arbeidsplaatsen langer bezet blijven als we langer gaan werken. Het idee dat 'ouderen' de jobs van 'jongeren' inpikken, is van hetzelfde niveau als beweren dat vrouwen de jobs van mannen inpikken of vreemdelingen de jobs van inboorlingen. Zelfs Karl Marx beweert dat arbeid waarde creëert, dus ook die fronste gisteren zeker de wenkbrauwen bij het lezen van de krant.

Een tweede hardnekkige mythe zegt dat de pensioenen verlaagd worden. Die liggen vandaag al relatief laag. Als wij gemiddeld vier jaar minder lang werken dan de rest van de OESO-zone, dan betalen wij de kost daarvan collectief met lagere pensioenen. Vreemd toch dat een hervorming die de uitstapleeftijd in dit land gewoon naar hetzelfde niveau van het OESO-gemiddelde brengt, wordt neergesabeld als een gigantische sociale achteruitgang. Het mag ook nog wel eens beklemtoond worden dat langer werken zal leiden tot meer loopbaanjaren en bijgevolg tot meer pensioenrechten en dus hogere pensioenen.

De hoop dat de toekomstige productiviteitsgroei zo hoog zal zijn dat een pensioenhervorming niet nodig zal blijken, getuigt toch van een onverantwoorde roekeloosheid die dicht aanleunt bij het casinokapitalisme. Een pensioensysteem moet gebouwd zijn op een solide basis, niet op drijfzand. Om te weten welk groeiniveau we in de toekomst halen, moeten we koffiedik kijken. Die productiviteitsgroei kan bovendien maar één keer uitgegeven worden. Gaan wij tegen onze kinderen zeggen dat wij de vruchten van hun toekomstige inspanningen al hebben toegewezen?

Solidariteit tussen generaties

De structurele kost van de vergrijzing alleen in pensioenuitgaven is tegen 2060 4,2 procent van het bbp of dik 16 miljard in euro's van vandaag. Deze hervorming brengt structureel 1,7 procent van het bbp op, ongeveer het equivalent van wat leger, politie en justitieapparaat ons samen kosten. Zo zetten we een grote stap in het duurzaam maken van ons pensioenstelsel. Dat is een zaak van solidariteit tussen de generaties, waar de jongeren van vandaag toch wel recht op hebben.

Uiteraard zullen we in de toekomst langer moeten werken, een minderheid zal doorgaan tot 67. De toekomstige gepensioneerden die langer werken, gaan erop vooruit door betere pensioenen. Bovendien houden we het systeem betaalbaar. Langer werken is, kortom, in het belang van ons allemaal. Jammer dat sommige professoren sociaal beleid dat niet willen begrijpen.

Kamerlid Peter De Roover lichtte de pensioenhervorming ook toe in het VRT-duidingsprogramma Terzake op Canvas*.

 
*Door veranderingen aan de website van de VRT is dit mediaoptreden niet langer te bekijken.