De gebrekkige kennis van het Nederlands van verscheidene federale excellenties werd afgelopen weken opnieuw pijnlijk duidelijk. In De Standaard schreef voormalig topdiplomaat Dirk Achten over een ronduit gênant diplomatiek moment. Kamervoorzitter Eliane Tillieux was als eerste burger van dit land niet in staat om het Nederlands koningspaar tijdens hun staatsbezoek in het Nederlands te woord te staan. Haar poging was zelfs zo bedroevend dat de Nederlandse vorst besloot haar uit haar lijden te verlossen: “Ga maar verder in het Frans.”

Jammer genoeg is dit geen alleenstaand feit, maar is het wel een zoveelste voorbeeld van een voortgezet Franstalig misprijzen voor het Nederlands. De federale ministers of partijvoorzitters die nog niet voorbij het niveau van het lager onderwijs komen in het Nederlands, zijn niet op één hand te tellen.

Minister Karine Lalieux werkt momenteel aan een hervorming van de pensioenen, maar denkt u dat ze deze materie aan de zes miljoen Vlamingen in dit land in hun moedertaal kan toelichten? Uiteraard niet.

Ook de chef van de nationale diplomatie, minister Hadja Lahbib, voelt zich enkel comfortabel in het Nederlands wanneer ze een tekst mag aflezen. Op een niet voorziene bijvraag vanuit het parlement of de pers antwoordt ze stamelend. Na drie woorden Nederlands schakelt ze over naar het Frans. Cynisch detail: van een diplomatiek stagiair wordt een uitstekende kennis van beide landstalen verwacht. Maar kennelijk geldt die vereiste niet voor het hoofd van de diplomatie. Enkel in België.

De lijst gaat verder. De Belgische versie van een klimaatpaus, minister Zakia Khattabi, heeft er haar hobby van gemaakt om de Vlaamse regering de les te spellen op vlak van klimaatbeleid. Vanzelfsprekend doet ze dat enkel in het Frans. Het weze haar vergeven: wie heeft er tijd om Nederlands te leren wanneer het klimaat gered moet worden?

Ook minister David Clarinval, als minister bevoegd voor onder andere Institutionele Hervormingen of Zelfstandigen, is de taal van Hugo Claus niet machtig. Gelukkig vormen vooral Franstalige ondernemers de economische ruggengraat van dit land, zou een cynicus zeggen.

En in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen diverse Brusselse excellenties, burgemeesters en schepenen evenmin het Nederlands. Waarom zouden ze ook? De Vlamingen spreken toch Frans?

Het gaat hier dus duidelijk niet om geïsoleerde incidenten of enkele individuen. Er is werkelijk sprake van een patroon waarbij Franstalige politici het niet de moeite waard vinden om het Nederlands te leren. Dat was vroeger het geval en dat is ook vandaag nog steeds zo. Het gaat van links tot rechts, van premiers tot partijvoorzitters, van Elio Di Rupo tot Georges-Louis Bouchez.

Die laatste spant in ieder geval wel de kroon. Steevast verschijnt hij vol trots in de Vlaamse media met een Belgische vlag op zijn blazer. Hij houdt van dit land, maar niet van de meerderheidstaal. Hoe zijn vriendin denkt over Vlamingen, werd natuurlijk in Knokke duidelijk.  “Sales Flamands” riep de gewezen kandidaat Miss België – ondertussen kabinetsmedewerkster van Hadja Lahbib – bij een verkeersincident.  

Vlaanderen vormt het economisch en demografisch zwaartepunt van dit land. Vlaanderen zorgt voor de welvaart. En Vlaanderen betaalt de rekeningen. Deze ontegensprekelijke realiteit ten spijt vinden Franstalige collega’s nog steeds niet de tijd of energie om Nederlands te leren. Grote inspanningen hoeven we niet te verwachten.

Wat we wel mogen verwachten, is een consequente houding langs Vlaamse kant. Het moet gedaan zijn dat Franstalige politici een platform krijgen in Vlaamse media in het Frans. Omgekeerd is dat nooit het geval.

Het moet ook gedaan zijn dat volksvertegenwoordigers aanvaarden dat ministers hen niet in het Nederlands te woord kunnen of willen staan. Veel meer dan vroeger moeten Vlamingen respect eisen voor hun taal, in de politiek, in de ambtenarij, en in het dagelijkse leven. Wij zijn geen sales flamands. Misschien kunnen die Franstalige excellenties eens op eigen kosten op Nederlands taalkamp, zoals zovele Vlaamse kinderen elk jaar in het Frans doen?