Geachte heer Reynebeau,

In uw column 'Vlaamse overschotjes' gaat u journalistiek zodanig ver over de schreef dat ik wel verplicht ben om te reageren (DS 28 september). Verplicht aan mezelf, maar in de eerste plaats aan mijn collega-ministers uit de Vlaamse Regering. Eerst wil ik benadrukken dat ik hoegenaamd geen enkel probleem heb met kritische media, integendeel, ik ben in de politieke wereld wellicht een van de grootste verdedigers ervan. Met kritiek op mij en mijn Vlaamse Regering is er niets mis. Ik ben ook de eerste om toe te geven dat we flink wat werk aan de winkel hebben op vele domeinen en dat uiteraard ook deze regering, net zoals alle andere in de wereld, af en toe fouten maakt. Wie niet, overigens? Maar het moet mij echt van het hart: zelden - en ik draai nu toch al wel een tijdje mee in dit beroep - heb ik een stuk gelezen waarin zoveel feitelijke fouten stonden opgestapeld, gecombineerd met allerlei intentieprocessen.

Vijf fouten

  1. Waar u het haalt, is mij een raadsel, maar u beweert dat de extra middelen die wij uittrekken voor verkeersveiligheid, de inspectie dierenwelzijn en de jeugdhulp slechts eenmalig zijn. Met als vileine conclusie: "Wie met een acuut probleem kampt, kan dus alleen hopen dat het publieke aandacht krijgt in de weken waarin de regering aan haar begroting werkt." Het moet zijn dat u echt denkt dat mijn ministers en ik allemaal steekvlampolitici zijn. Op zich vind ik dit al bijzonder denigrerend. Maar dat u zich als journalist voor zo'n zware beschuldiging baseert op compleet foutieve assumpties en die blijkbaar ook niet controleert (basisregel nummer één van de journalistiek dacht ik toch, niet?), dat gaat mijn verstand te boven.

    Voor die drie maatregelen hebben de bevoegde ministers Ben Weyts (N-VA) en Jo Vandeurzen (CD&V) wel degelijk recurrente middelen gevraagd en gekregen. Minister Weyts heeft de garantie dat hij de komende jaren maar liefst 30 miljoen euro in het Verkeersveiligheidsfonds zal kunnen storten (zoals overigens in mijn Septemberverklaring stond, mocht u zich tenminste de moeite getroost hebben om die even erop na te lezen). Minister Vandeurzen heeft eveneens recurrent 10 miljoen euro gekregen voor extra investeringen in de jeugdhulp, een problematiek die ons wel degelijk na aan het hart ligt (ook al meent u te weten dat ik alleen wakker lig van cijfertjes). En de 3 miljoen euro extra voor de versterking van de inspectie dierenwelzijn is ook wel degelijk recurrent ingeschreven in ons cijferboekje. U blundert dus drie keer en hangt daar vervolgens een misselijkmakend intentieproces aan op. U beledigt daarmee niet alleen mezelf, maar ook mijn collega's, van wie ik weet dat ze wel degelijk wakker liggen van de problemen waarvoor ze bevoegd zijn.
     
  2. U zegt dat ik in mijn Septemberverklaring "niets te melden" had over cultuur. Opnieuw is dit een grove onwaarheid, want ik citeer letterlijk: "Binnen het begrotingsevenwicht van 2017 hebben wij ruimte gevonden om voor 125 miljoen euro eenmalige beleidsmaatregelen te nemen. Een van de belangrijkste posten daarvan is de 13 miljoen euro voor culturele infrastructuursubsidies." Ook in de begroting van 2018 heeft minister van Cultuur Sven Gatz (Open Vld) nog 12 miljoen euro extra beleidsruimte gekregen. Maar u zult me ongetwijfeld vergeven dat ik niet elke begrotingslijn in mijn Septemberverklaring heb opgenomen, want dan had u me terecht verweten een '3Suisses-catalogus' voorgelezen te hebben, een verwijt dat mijn voorganger al eens kreeg (zo zal het wellicht altijd iets zijn).
     
  3. U beweert dat ik ons nominale tekort van 1,2 miljard euro in 2018 probeer te verdoezelen en dat dit "geen plek in de begroting" krijgt, maar als u ook maar één vluchtige blik op het cijferboekje van minister Bart Tommelein (Open Vld) geworpen zou hebben, dan had u dat pijnlijke cijfer (helaas) effectief zien blinken. Uiteraard staat dit wel degelijk in onze begroting. Ik heb dit tekort in mijn Septemberverklaring vermeld en bovendien uitgelegd waarom dit niets afdoet aan het feit dat onze begroting structureel perfect in evenwicht is. Hoe kan het ook anders, als we 2017 zullen afsluiten met een perfect evenwicht, wellicht zelfs nominaal, en in 2019 opnieuw zullen aanknopen met een evenwicht, waarbij we alleen de uitgaven voor Oosterweel uit onze doelstelling zullen laten (iets waar u op dat moment ongetwijfeld weer kritiek op zult formuleren, maar dat is uw goed recht).

    Mocht die 1,2 miljard euro in 2018 wel degelijk structureel en niet eenmalig zijn, denkt u dan dat ik zo overmoedig zou zijn om te beloven dat dit in één jaar volledig weggewerkt zou zijn, zonder ook maar één besparingsmaatregel door te voeren? Voor mijn part mag u gerust misbruik maken van dat ene spijtige lelijke cijfer in onze tabellen om mist te spuien over onze begrotingsprestaties, maar beweer niet dat ik dit probeer te verdoezelen.
     
  4. U schrijft: "Als acute noden aandacht krijgen, moeten ze wel ietwat gespreid kunnen worden over de diverse ministers en coalitiepartners - ook schrijnend zijn, is relatief." Opnieuw schokt het mij om vast te stellen dat u werkelijk gelooft dat mijn ministers en ik afschuwelijke mensen zijn. Het zegt wellicht meer over uw cynisme, maar zelfs in mijn metier - waar men van cynisme echt wel iets kent, geloof me vrij - kent u uw gelijke niet. Opnieuw verwijs ik naar mijn Septemberverklaring (u moet die overigens echt eens lezen, een aanrader). Daarin leg ik expliciet uit dat we bij onze grote investeringsbudgetten specifiek focussen op vier prioriteiten: mobiliteit en openbare werken, scholenbouw, welzijnsinfrastructuur en onderzoek en ontwikkeling. Uiteraard krijgen ook andere bevoegdheidsdomeinen extra middelen, maar dan gaat het om wat kleinere bedragen.
     
  5. U presteert het om te schrijven dat armoede voor deze regering geen prioriteit is. Nochtans hadden collega's van u wel degelijk opgemerkt dat ik in mijn Septemberverklaring (die zij duidelijk wel gelezen hadden) een opvallend ruime passage over armoede heb opgenomen. En als u het parlementaire debat gevolgd had, dan had u kunnen zien dat ik uitgerekend in het armoededebat een stevige tussenkomst heb gedaan: als minister-president een duidelijk signaal dat dit ons ter harte gaat.

    Maar mag ik echt niet meer wijzen op het feit dat Vlaanderen op Tsjechië na het beste scoort in Europa op het vlak van armoede? Of moeten díé feiten wel verdoezeld worden? Ik voeg er overigens steevast aan toe dat elke arme er voor mij één te veel is, dus van een "gebrek aan bestuurlijke bescheidenheid", "hooghartigheid" en "ontkenning" kunt u mij moeilijk beschuldigen.

Beneden alle peil

Het is nogal wat, wat u daar allemaal schrijft. U concludeert uiteindelijk met de zeer vriendelijke woorden: "Het bredere patroon erachter is dat het de Vlaamse Regering geheel ontbreekt aan empathie, warmte of ruimhartigheid." Mijn ministers en ik zijn duidelijk hardvochtig in uw ogen. Sta me toe te zeggen: ik pik dit niet, j'en ai marre. Ik laat mij niet persoonlijk beledigen en ik laat ook mijn collega-ministers niet beledigen. U mag zo veel kritiek geven op onze beleidskeuzes als u wilt, maar ons voorstellen als onmenselijke barbaren op basis van een stapel onwaarheden, is niet alleen op menselijk vlak beneden alle peil, maar gaat ook journalistiek tegen elke deontologie in.