Wie vandaag in de publieke sector benoemd wordt, krijgt een ambtenarenpensioen berekend op zijn hele loopbaan, dus ook voor de jaren die hij als contractueel werkte. Met het gemengd pensioen geven de jaren gepresteerd als contractueel voortaan recht op een werknemerspensioen, terwijl enkel de periode als statutair recht geeft op een ambtenarenpensioen. “Dat zal vooral de lokale besturen helpen om hun pensioenuitgaven op lange termijn te beheersen”, zegt Kamerlid Jan Spooren. Deze hervorming zal ook het oneigenlijke gebruik wegwerken van de zogenoemde laattijdige benoemingen, waarbij overheden hun contractuelen aan de vooravond van hun pensioen alsnog statutair benoemen. Zo betalen die overheden minder pensioenbijdragen en wordt de kost afgewenteld op de sociale zekerheid.

Gouden kooi

Het huidige systeem zorgt ook voor onzekerheid bij contractuelen, vooral bij de lokale besturen, die niet weten of ze tijdens hun loopbaan statutair benoemd zullen worden. “Die vaste benoemingen zijn vaak een gouden kooi”, weet Spooren. “Veel ambtenaren blijven tegen hun zin op post om hun riant pensioen niet te verliezen. Het gemengd pensioen maakt de weg vrij voor meer mobiliteit voor personeelsleden in de publieke sector van en naar de private sector, wat kenmerkend is voor moderne loopbanen.”

Apartheidssysteem

De pensioenen van vastbenoemde ambtenaren liggen vandaag stukken hoger dan die van contractuelen, alhoewel ze beiden hetzelfde werk verrichten. Om die onrechtvaardige situatie – sommigen spreken van een apartheidssysteem in de pensioenen – weg te werken, wordt een aanvullend pensioen voor de federale contractuelen ingevoerd. “In tegenstelling tot hun collega’s in de privé, heeft het contractueel personeel van de overheden zelden recht op een aanvullend pensioen, beheerd door een groepsverzekering of een pensioenfonds. Er was dan ook dringend nood aan deze maatregel”, besluit Kamerlid Daphné Dumery. Ook de academische pensioencommissie schaarde zich eerder al achter de invoering van een tweede pensioenpijler voor deze groep van werknemers, die tot op vandaag vaak het slechtste van beide systemen hadden op pensioenvlak.