“De totale belastingdruk heeft al lang de pijngrens overschreden en moet dalen”, schreven we in ons programma voor de verkiezingen van 25 mei. En dalen doet die druk dan ook: volgend jaar meteen al met zo'n 1,6 miljard euro, van 48 naar 47,6 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat blijkt uit het begrotingsontwerp dat de regering-Michel bij de EU indiende en waarover onder meer de zakenkrant De Tijd op vrijdag 24 oktober in detail berichtte.
“Onder Di Rupo steeg het overheidsbeslag tot 54 procent van het bbp, een historisch record”, noteerden we in datzelfde verkiezingsprogramma. Volgend jaar wil de regering-Michel dat overheidsbeslag, of de totale overheidsuitgaven in verhouding tot het bbp, met zo'n 4,4 miljard euro terugdringen, van 54,1 naar 53 procent.
Ook gelezen in ons verkiezingsprogramma: “Gezien de hoogte van het overheidsbeslag wil de N-VA dat de overheid vooral bij zichzelf bespaart.” En wat leert ons een nadere analyse van de ingediende ontwerpbegroting? Dat de regering-Michel liefst een half miljard bespaart op de werkingsmiddelen van de overheid voor 2015. Dat is niet weinig op een totale geplande besparingsoperatie van 3 miljard euro. En al helemaal als je daarbij ook nog eens alle besparingen optelt die begroot staan bij een overheidsbedrijf als de NMBS (190 miljoen), bij overheidsdiensten als Ontwikkelingssamenwerking (150 miljoen) en Defensie (220 miljoen), en in de gezondheidszorg (800 miljoen). Uit die mooie optelsom blijkt dat de Belgische overheid volgend jaar zelf meer dan de helft van de voorziene besparingslast voor haar rekening neemt.
Belastingdruk neemt af
De budgettaire lat voor 2015 ligt op 4,2 miljard euro. Dat is het bedrag dat de regering-Michel bij elkaar moest zien te sprokkelen om haar begrotingsdoelen te bereiken. Daarvoor konden besparingen alleen helaas niet volstaan. De regering-Michel schrijft daarom noodgedwongen ook 1,2 miljard euro aan nieuwe inkomsten in haar boeken.
Wat niet verhindert dat de totale belastingdruk onder deze regering zal dalen. Dat komt omdat zij ook een aantal belastingverlagingen plant, om te beginnen in de personenbelasting. Die wordt volgend jaar met 450 miljoen euro verlaagd door het optrekken van de forfaitaire beroepskosten. Een tweede verklaring is de geplande indexsprong, die er onder meer voor zorgt dat bedrijven minder sociale bijdragen moeten betalen.
Geen economische zelfmoord
De regering-Michel wil de komende jaren ook de economie stimuleren en meer banen creëren. Dat betekent dat ze zich niet kan beperken tot louter besparen. Ze zal ook gerichte investeringen moeten doen om de concurrentiekracht van onze bedrijven te herstellen. Omdat deze besparingsregering ook een herstelregering wil zijn, heeft zij beslist om het begrotingsevenwicht, oorspronkelijk voorzien voor 2016, uit te stellen tot 2018. Daarvoor is een structurele inspanning vereist van 8,3 miljard euro. Ondanks dat uitstel van het begrotingsevenwicht, bevat de eerste ontwerpbegroting van de regering-Michel genoeg structurele maatregelen om de Europese Commissie te kunnen overtuigen, denken wij.
Ten slotte wil deze regering ook het begrotingstekort terugdringen, van 2,9 procent van het bbp in 2013 tot 2,1 procent of zo’n 8,4 miljard euro in 2015. Ook van de schuldgraad moet tegen dan een halve procentpunt af, van 105,6 naar 105,1 procent.
