Als Vlaamse Regering hebben we in deze crisis onze verantwoordelijkheid opgenomen, voegt minister Diependaele daaraan toe. “We hebben een resem aan maatregelen uitgerold om alle Vlamingen op de een of andere manier de steun te geven die ze tijdens corona nodig hadden.”

Minister-president Jan Jambon treedt Diependaele bij. “Van die 3,3 miljard ging ruim 1,8 miljard naar ondernemingen in de vorm van premies en beschermingsmechanismen, die erop gericht waren om de liquiditeit van onze bedrijven op peil te houden. Ook de volgende maanden zal de Vlaamse Regering bedrijven die moeten gesloten blijven of zwaar omzetverlies lijden, blijven onderstutten. Daarbij zal uiteraard gefocust worden op de zwaar getroffen sectoren. Denk aan de horeca en de evenementensector. Maar los daarvan wil de Vlaamse Regering vanaf nu almaar duidelijker de focus verleggen naar maatregelen die gericht zijn op het versterken van de solvabiliteit van onze ondernemingen.“

Vele miljarden aan extra vermogen

Dat betekent een andere manier van werken: het gaat niet langer over premies en subsidies, maar over geld dat ter beschikking wordt gesteld, maar na verloop van tijd in principe wordt terugbetaald aan de Vlaamse overheid. “De Vlaamse overheid heeft de komende jaren nog minstens 1 miljard euro klaar staan voor kapitaalparticipaties en achtergestelde leningen, met bovendien 1,5 miljard euro aan waarborgcapaciteit. Wetende dat deze middelen een hefboomeffect hebben op nog veel grotere bedragen aan bancaire kredieten, private investeerders en particulier spaarkapitaal, bieden we zo toch al voor vele miljarden aan extra vermogen voor onze Vlaamse bedrijven”, zegt Jambon.

Duidelijk signaal aan ondernemers

De Vlaamse Regering werkte op verschillende sporen om de negatieve effecten van de corona-veiligheidsmaatregelen op te vangen. “Meer dan de helft van onze corona-uitgaven ging naar de hinder- en compensatiepremies en het Vlaams Beschermingsmechanisme”, vertelt minister Diependaele. “Denk maar aan de kappers, de horeca of de niet-essentiële winkels die in 2020 de deuren moesten sluiten. Het totaalbedrag voor deze ondersteuning in 2020, was 1,88 miljard euro. Een grote hap, maar wel een belangrijke uitgave. We konden het als Vlaamse Regering niet maken om deze ondernemingen aan hun lot over te laten. We wilden ondernemers duidelijk het signaal geven: we got your back! Mochten deze winkels (veelal kleine zelfstandigen) over de kop gegaan zijn, zou er in Vlaanderen een sociaal bloedbad ontstaan zijn. Met de ondersteuning van die ondernemingen hebben we ook de werkzekerheid van de werknemers kunnen garanderen.”

Noodfonds om lokaal verenigingsleven te helpen

Met het corona-noodfonds wilde de Vlaamse Regering vooral het lokale verenigingsleven helpen. “De coronacrisis treft de sectoren cultuur, jeugd en sport zwaar. Om de lokale besturen te helpen om die sectoren bij te staan, besliste de Vlaamse Regering om hen in 2020 eenmalig 87,2 miljoen euro ter beschikking te stellen” laat minister Diependaele weten. “Er is ook vrijwel onmiddellijk beslist om subsidies te blijven uitbetalen, ook al zouden organisaties daar vanwege corona geen prestaties tegenover kunnen zetten”, zegt minister-president Jambon.

“Ook voor armoedebestrijding kregen de steden en gemeenten 15 miljoen euro. Die bijkomende financiering was bedoeld om de lokale besturen in staat te stellen de uitdagingen op het vlak van lokale armoedebestrijding ten gevolge van de coronapandemie aan te gaan”, aldus nog minister Diependaele.

Voldoen aan maatschappelijke noden van de Vlaming

Meer dan een half miljard euro besteedde de Vlaamse Regering aan Welzijn en Volksgezondheid. “Die middelen werden voornamelijk ingezet om de gezondheidscrisis onder controle te houden en de maatschappelijke noden adequaat op te vangen. We voorzagen extra middelen voor ouderenzorg, kinderopvang, contact tracing, beschermend materiaal en sneltesten, verhoogden de gezinsbijslag armoedebestrijding en lanceerden de consumptiebonnen. Kortom, we probeerden zo goed mogelijk te voldoen aan de maatschappelijke noden van de Vlamingen”, verduidelijkt minister Diependaele.

Fraude opsporen

Het was van belang om vooral snel te werken. Ondernemers hadden acuut een tekort aan liquide middelen. De ondersteuningsmechanismen waren er allemaal op gericht om die nodige centen zo snel als mogelijk tot bij de ondernemers te krijgen. Onvermijdelijk hield dat ook in dat controles post factuum zouden moeten gebeuren. “Dat betekent natuurlijk dat onterecht uitgekeerde steun wordt teruggevorderd”, vindt minister Diependaele.