De eerste opdracht van onze land- en tuinbouwers is en blijft de productie van voedsel. Dat moeten ze kunnen doen in een context die zowel economisch rendabel als ecologisch haalbaar is, waarbij de landbouwer een eerlijke prijs krijgt. Het landbouwmodel moet daarbij hertekend worden. Door een verhoging van het financieel rendement van landbouwbedrijven verminderen we de afhankelijkheid van overheidsmiddelen.
In onze landbouwvisie nemen we afstand van de vermeende tegenstelling tussen landbouw en natuur, en tussen economie en ecologie. We geven ruimte aan de landbouw om te ondernemen binnen een rechtszeker kader. Daarvoor creëren we een buffer rond de belangrijkste natuurgebieden waar extensieve landbouw kan floreren. De landbouw benaderen we als partner in het beheer van onze open ruimte, en in het verbeteren van de biodiversiteit. Het landbouwbeleid werkt bovendien ook ondersteunend voor het platteland. Een rechtszekere en economisch rendabele toekomst moet het beroep weer interessant maken voor jonge boeren.
We zorgen voor een verduurzaming in de landbouw, zowel op vlak van bedrijfsvoering als de impact op milieu, natuur, en dierenwelzijn. De Vlaamse voedselstrategie, die de voedselketen integraal en circulair bekijkt, vormt daarbij een belangrijke leidraad. Kleine landbouwbedrijven hebben een belangrijke rol te spelen in de verduurzaming. Zij kunnen de internationale concurrentie het best aangaan door hun takenpakket uit te breiden (kinder- en zorgboerderij, kleinschalige verkoop, thuisverwerking, hoevetoerisme, zelfpluktuinen, enzovoort), maar ook door de omslag te maken naar natuur-inclusieve en herstellende landbouwpraktijken uit de agro-ecologie.
Ook grotere landbouwbedrijven hebben hun plaats in Vlaanderen binnen het kader van de ecologische grenzen, en kunnen verder inzetten op een ecologische intensifiëring waarbij lokale reststromen maximaal worden benut op de akkers en in het veevoeder.
Via de bestaande Europese landbouwsubsidies stimuleren en ondersteunen we de shift naar duurzame productiemethodes. Samen met Europa zorgen we voor de omslag van onze voedselproductie waarbij Vlaanderen duidelijk kiest voor kwaliteit boven kwantiteit.
Vlaanderen versterkt de positie van de landbouwer in de keten
De landbouwer heeft een te zwakke positie doorheen de voedingsketen, waardoor hij een te lage prijs krijgt voor haar producten. Een betere waardeverdeling doorheen de keten moet zorgen voor een eerlijkere toekomst voor landbouwers zonder prijsverhoging voor consumenten. Het ketenoverleg dat daarvoor bestaat sinds 2009 heeft weinig succes. Om betere garanties in te bouwen in een correcte vermarkting van producten zorgt de overheid voor een “scheidsrechter” in het ketenoverleg. Die persoon moet de positie van de zwakkeren in de keten beter beschermen.
We zorgen voor een duidelijkere en toegankelijkere regelgeving met betrekking tot het oprichten van producentenorganisaties voor landbouwers. Zo kunnen landbouwers de krachten bundelen om sterker te staan in onderhandelingen. We stellen echter vast dat hier weinig gebruik van wordt gemaakt. Op Vlaams niveau helpen we daarom de boeren om dergelijke organisaties op te richten, zodat finaal hun inkomen hoger zal liggen.