Iedereen heeft nood aan een dak boven zijn hoofd. Zeker wie niet de middelen heeft om iets te kopen of zelfs te huren. Sociale woningen moeten de financieel zwakkeren daarbij helpen.

Het recht op een sociale woning brengt ook sociale plichten met zich mee. Zoals de plicht om Nederlands te willen leren. Want een sociale woonwijk of appartementsblok waar de bewoners elkaar niet begrijpen, is allesbehalve sociaal.

Het aanbod aan sociale huurwoningen zal altijd kleiner zijn dan de vraag. Wie het echt nodig heeft, krijgt daarom voorrang. Andere, minder kapitaalkrachtigen ondersteunen we via huursubsidies.

De controle op sociale fraude kan een pak strenger. Wie onterecht een sociale woning verkrijgt, pikt iemand anders zijn plaats in. Dat is onrechtvaardig. Daarom moeten we strenger controleren op zwartwerk, niet-aangegeven eigendommen of domiciliefraude. Ook in het buitenland moet op eigendom en vermogen gecontroleerd worden.