Maandenlang vroeg de N-VA-fractie een degelijke juridische onderbouwing van het coronabeleid, met voldoende medezeggenschap voor het parlement. De zogeheten pandemiewet die de regering-De Croo door minister Annelies Verlinden (CD&V) liet uitwerken, probeerde het eerste op te lossen door het tweede ‘wettelijk geregeld’ uit te schakelen.

De pandemiewet komt neer op een volmachtenwet. Ze bracht een haast automatisch mechanisme op gang om de volksvertegenwoordiging in het coronabeleid grotendeels opzij te schuiven. Maandag stond in deze krant dat het parlement nooit buitenspel stond, omdat het altijd nog een motie van wantrouwen kan indienen. Dat geeft aan dat onze wetgevende (en controlerende) macht geacht wordt zich alleen nog te bedienen van het allerzwaarste wapen.

Wanneer de bevoegde organen nog steeds menen dat we in een pandemische noodsituatie verkeren, illustreert dat dat die pandemiewet een fuik is, zoals we waarschuwden. Zelfs nu de immer voorzichtige Wereldgezondheidsorganisatie gewaagt van een evolutie richting seizoensgriep, zouden we de volmachten­regeling dus nog eens voor drie maanden moeten verlengen. Begrijpe wie kan.

Haatspraak

De afgelopen week zijn we getuige geweest van de meerwaarde die een parlementaire behandeling van een maatschappelijk gevoelig gezondheidsthema oplevert. Korte voetnoot: de regering heeft de kwestie van de verplichte vaccinatie niet in een plotse democratische opwelling naar de volksvertegenwoordigers doorgeschoven, maar omdat ze daar hopeloos verdeeld over is. Toch is het goed nieuws. In plaats van een besloten zitting gevolgd door een persconferentie krijgen we nu een debat dat open en bloot gevoerd wordt in het parlement.

Elke corona-‘opbrengst’ gaat gepaard met andere medische en maatschappelijke ‘kosten’ en dus dringt een brede consultatie zich op

De vaccinatieplicht is geen puur medisch vraagstuk. Elke corona-‘opbrengst’ gaat gepaard met andere medische en maatschappelijke ‘kosten’, en dus dringt een brede consultatie zich op. Het parlement kreeg in deze zaak dus de rol die dat orgaan toekomt. Dat leidde meteen tot publiek debat. De keuze van een breed palet aan deelnemers voor de hoorzittingen, lokte veel reacties uit. Het is verbazend hoe soms met een aan haatspraak grenzende verkramptheid gereageerd werd op de selec­tie, vaak op een manier die alleen tot meer polarisering kan leiden.

Menselijk beleid

Het spreekt vanzelf dat alle in het parlement vertegenwoordigde partijen sprekers kunnen aanduiden, ook mensen bij wie anderen vraagtekens plaatsen. Vanwaar dat verzet tegen een breed debat? De hoorzittingen doen niet meer dan informeren. Geen enkele spreker heeft beslissingsmacht, hun enige kracht is die van de argumentatie. Wie daar neerbuigend over doet, stelt het fundament van de democratie in vraag.

Dat er zoveel commotie was nog voor de eerste zitting plaatsvond, bewijst de kracht van het parlement. Welk debat ging vooraf aan de samenstelling van allerhande organen die achter de schermen wél directe impact hadden op het beleid?

De hoorzittingen zelf vinden plaats in volle openheid. Iedereen kan de uitgewisselde argumenten beluisteren en beoordelen. Ook dat is nieuw, want wat er schuil ging achter de voorbereidingen van de corona­beslissingen, mocht het parlement nooit vernemen en het publiek dus evenmin. Laten we deze debatten aangrijpen om de parlementaire democratie nieuw leven in te blazen, de achterdocht bij veel burgers te verzachten en eindelijk tot een transparant, multidisciplinair onderbouwd en menselijk beleid te komen.