Leerkrachten, leerlingen en ouders hebben tijdens de eerste coronagolf in het voorjaar hard gewerkt om alle leerlingen te bereiken met hoogstaand afstandsonderwijs. Toch was er veel ongerustheid over leerachterstand bij de meest kwetsbare leerlingen. Niet iedereen is bijvoorbeeld even goed omkaderd thuis. Om leerachterstand bij de meest kwetsbare leerlingen maximaal te vermijden, werden er in de zomervakantie 138 zomerscholen georganiseerd. In zo’n zomerschool kregen leerlingen een tiendaags leertraject op maat, gekoppeld aan sport en spel.

Kansarme en anderstalige leerlingen sterk vertegenwoordigd

De zomerscholen zijn er in geslaagd om kwetsbare leerlingen te bereiken. Leerlingen met een leerachterstand (83 procent), kansarme leerlingen (75 procent) en anderstalige leerlingen (65 procent) waren sterk vertegenwoordigd. Dat blijkt uit een tussentijdse wetenschappelijke evaluatie uitgevoerd onder leiding van Daniel Muijs, gastprofessor aan de Thomas More-hogeschool en hoofd Onderzoek bij Ofsted (Office for Standards in Education). De evaluatie besluit ook dat het gros van de zomerscholen zich focuste op kinderen van het lager onderwijs, die een leerachterstand riskeerden voor Nederlands en wiskunde. De meeste zomerscholen vonden plaats in de tweede helft van augustus, als aanloop naar het nieuwe schooljaar.

Zomerscholen hebben plaats in onderwijsaanbod

“Dit goede rapport bewijst dat zomerscholen een plaats hebben in ons onderwijsaanbod, ook ná corona”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts. “Op basis van deze positieve evaluatie engageer ik mij om de zomerscholen structureel te verankeren. Op basis van de ervaringen van vorige zomer kan er een inspiratiegids vol handvaten opgesteld worden voor volgende zomer. Zo maken we het makkelijker en aantrekkelijker om een zomerschool te organiseren.”

De zomerscholen stoelden op een sterke samenwerking tussen scholen en lokale besturen, zo bevestigt de wetenschappelijke evaluatie.