Door de civiele noodsituatie uit te roepen is het mogelijk om per onmiddellijk zonder vergunning extra gezondheidsinfrastructuur te voorzien. “Op dit moment liggen meer dan 6.000 coronapatiënten in de ziekenhuizen, meer dan 1.000 op intensieve zorg. We maken het nu mogelijk om, met behulp van tijdelijke infrastructuren, units of ingebruikname van leegstaande gebouwen, in een mum van tijd zonder enige drempel extra capaciteit te realiseren zodat er geen kostbare tijd verloren wordt”, zegt de minister.

Ziekenhuiscapaciteit onder zware druk

De cijfers en genomen maatregelen tonen aan dat de huidige heropleving van het COVID-19-virus een zeer zware impact heeft op de bestaande gezondheidsinfrastructuur. De capaciteit van zowel ziekenhuizen, verzorgingsinstellingen als laboratoria staat onder grote druk en de vraag naar extra (tijdelijke) faciliteiten dreigt te escaleren. Het is daarnaast essentieel dat er mogelijkheden worden gecreëerd voor extra faciliteiten voor een snelle productie van geneesmiddelen, vaccins en onmisbaar medisch materiaal, producten en materiaal om medische testen uit te voeren om deze imminente civiele noodsituatie het hoofd te bieden.

Gezondheidsinfrastructuur bijbouwen zonder vergunning

Het kader voor de civiele noodsituatie werd bij de start van de coronacrisis door Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir in het leven geroepen. Daardoor kan de Vlaamse Regering met een eenvoudige beslissing de noodsituatie vaststellen en een vrijstelling van omgevingsvergunning in het leven roepen voor alle mogelijke gezondheidsinfrastructuur in een acute crisissituatie. Dat was voorheen onmogelijk. Eerder dit jaar werd tijdens de eerste civiele noodsituatie onder meer zonder vergunning een zorgstraat gebouwd tussen twee ziekenhuisgebouwen in Aalst om op een snelle manier een nieuwe afdeling Intensieve Zorgen in gebruik te nemen. Een gelijkaardig initiatief werd genomen in het AZ Sint Maria vzw in Halle. Daarnaast werden door het ganse land extra (pre-)triageposten opgericht zonder vergunning. Ook de bijkomende productie van ontsmettingsgel werd via de vrijstelling opgestart door maar liefst drie ondernemingen: Janssen Pharmaceutica in Geel, Konings nv in Zonhoven en BASF Antwerpen.