Op een jaar van de verkiezingen heeft maar een op de drie Vlamingen vertrouwen in uw regering. Hoe komt dat?

Jambon: “Het vertrouwen in de hele politiek is laag, maar ik hoor waarnemers, zoals politicoloog Carl Devos (UGent, red.), een genuanceerder oordeel over ons vellen. We hebben veel tijd verloren door crisismanagement. Ik kan maar tot in den treure herhalen dat corona vreselijk was voor de Vlaamse regering, die mee verantwoordelijk was maar eigenlijk geen beslissingen kon nemen. Daarna kwamen de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis”

“Daarover moet me toch iets van het hart. In september zijn wij van alle kanten onder druk gezet om onze portefeuille open te trekken: werkgeversorganisaties, oppositie, media. Overal moest ik horen dat Vlaanderen te traag was en Jambon niet kon beslissen. Wel, ik ben tevreden dat we ons toen niet hebben laten opjagen. Het zou slecht beleid geweest zijn om meteen strooigeld uit te delen. Sinds een halfjaar zijn we in een min of meer normale regeringsmodus. Het zal kwestie zijn de perceptie nog te keren, maar we kunnen goede cijfers voorleggen.”

Zoals?

Jambon: “Onze begroting is gezond. Onze coronasteunmaatregelen bleken erg effectief, zonder dat we spookbedrijven in leven hebben gehouden. We staan vooraan in de rankings voor geplaatste zonnepanelen en windmolens. En het armoederisico is gedaald van 14 tot 11 procent, het tweede laagste cijfer van Europa.”

De regering van uw voorganger Geert Bourgeois (N-VA) pretendeerde dat ze grote dossiers had aangepakt, maar vele belandden gewoon weer op uw tafel. Hebt u het wel beter gedaan?

Jambon: “Dat is niet aan mij om te zeggen, maar de dossiers die op tafel kwamen, hebben we aangepakt. Statiegeld gaan we invoeren, rond stikstof en de bouwshift zijn de politieke beslissingen genomen en ook voor de hoogspanningslijn Ventilus hebben we de knoop doorgehakt. Goed, daarmee is onze hele ruimtelijke ordening nog niet opgelost.”

Nog iets: uw partij eiste het departement Onderwijs met veel bombarie op. Vier jaar later is er alleen slecht nieuws. Waar is die ommekeer?

Jambon: “Die is er, maar de gevolgen zie je pas over enkele jaren. Dat is het ondankbare aan minister van Onderwijs zijn. En het lerarentekort is een symptoom van onze arbeidsmarkt: we hebben overal handen te kort, waardoor langs alle kanten aan mensen wordt getrokken.”

Hoe denkt u over uw eigen parcours?

Jambon: “Ik heb uitspraken gedaan die makkelijk uit de context te rukken waren. Soms was het ondoordacht. En dat gaat dan weken mee. Ondertussen mag je nog 87 dossiers in de plooi leggen, men blijft erop terugkomen. Terwijl ik denk dat ik goed ben in het leiden van een ploeg.”

U bent er niet in geslaagd een wervend verhaal neer te zetten.

Jambon: “Dat is juist. De crisissen hebben daarmee te maken. Ik vind het spijtig dat we ons project Flanders Technology and Innovation (FTI) niet in het begin van de legislatuur hebben kunnen lanceren. Ik merk dat veel mensen vrezen voor de toekomst. Dat hun kinderen het slechter zullen hebben. Ik zeg hen: “Onze toekomst zal wel goed zijn.” Velen beseffen niet hoe goed we in technologie en innovatie zijn.”

Bart De Wever noemde de voorbije jaren zowel Zuhal Demir als Matthias Diependaele als potentiële minister- president. Steekt dat?

Jambon: “Hij doet dat omdat jullie ernaar vragen.”

Hij zou ook kunnen zeggen: “Jambon is pas 63, hij kan er nog vijf jaar bijdoen”.

Jambon: “Dat zou hij ook kunnen zeggen, maar dat zullen jullie wel zien na de verkiezingen. Ik ben politiek actief geworden bij een partij die maar één Kamerzetel had. Dan ga je niet voor de grote carrière. En toch heb ik enorme verantwoordelijkheden gekregen. Ik sta ter beschikking van de partij en na de verkiezingen kijken we hoe we onze ploeg het beste inzetten.”

De N-VA kan wel eens voor een existentiële keuze komen te staan, met een meerderheid met Vlaams Belang binnen handbereik.

Jambon: “Het Vlaams Belang zoals het zich nu aandient, is geen interessante partij. Als ze mee willen besturen, moeten ze grote kuis houden. Ik hoop dat we straks geen vier partijen nodig hebben om een Vlaamse regering te vormen. De kans bestaat. Deze verkiezing wordt een van de meest onvoorspelbare sinds lang.”

Een regering van N-VA, Vooruit, CD&V en Open VLD, dat gaat u niet doen?

Jambon: “Dat heb ik niet gezegd. Op een bepaald moment kan je misschien niet anders. Maar het is niet mijn wens. Kijk eens hoe onwerkbaar de ideologische spreidstand federaal is.”

Een meerderheid van de V-partijen is een meerderheid voor Vlaamse onafhankelijkheid, zegt Tom Van Grieken. Is dat niet erg verleidelijk voor uw achterban?

Jambon: “Dat is de theorie. Maar Van Grieken weet net zo goed als ik dat een deel van zijn aanhang voor de partij stemt ondanks het feit dat die voor onafhankelijkheid is. Ze doen het voor hun migratiestandpunten. Ook wij hebben veel kiezers vanwege een gezond economisch programma en een duidelijk migratiestandpunt. Zeggen dat al onze kiezers op 11 juli met de leeuwenvlag op de Grote Markt van Brussel zwaaien, is onzin. Daarom gaan wij ook voor confederalisme. Waar ik wel zeker van ben, is dat er een breed draagvlak is voor extra Vlaamse bevoegdheden.”

Dus de klassieke staatshervorming, waarvan De Wever al jaren zegt dat hij daar niet meer aan begint?

Jambon: “De stap zal heel groot moeten zijn voor wij federaal weer verantwoordelijkheid nemen. Ik zeg niet wat het minimum is, maar iedereen ziet de enorme architectuurfouten. De federale regering praat nu over een verlaging van de personenbelasting. Goed voor de mensen, maar slecht voor de deelstaten. Die fouten moeten eruit. Ook het arbeidsmarkt- en gezondheidsbeleid moeten naar de regio's.”

Het is bekend dat u een dik vel hebt. Maar doet het u als hoogopgeleide en hardwerkende mens niets constant als een idioot te worden afgeschilderd?

Jambon: “Ik maak me zorgen over de verruwing van de politiek sinds de intrede van sociale media. In Nederland is na het electorale succes van de BoerBurgerBeweging gepolst naar de redenen van ontevredenheid. Antwoord nummer één: onbekwame ministers. Maar dan stemmen ze wel voor een partij waarvan de leider ooit een paar jaar in de gemeenteraad zat?”
“Je moet opletten dat je niet alle geëngageerden wegjaagt van de politiek. Wie wil over tien jaar mijn job nog doen? Partijen zoals de PVDA duwen alles in de schandaalsfeer, zelfs al is er niets aan de hand. Na de hetze over de kostprijs van de consultancy vroeg iemand me hoeveel geld in mijn zakken was verdwenen. Als dat al onder de mensen leeft...”

U klinkt defaitistisch.

Jambon: “Dat niet. Maar ik hoop dat op een bepaald moment doorsijpelt bij opiniemakers dat er ook veel goed gaat in Vlaanderen. Daarvoor wil ik vechten. Het evenwicht moet worden hersteld.”