De Europese Commissie legt aan lidstaten een verplichting op om cumulatieve besparingen op het eindgebruik van energie te realiseren. Voor België bedraagt die bindende doelstelling over de periode 2021-2030 185.70 TWh finale energie (die tegen eind 2030 moet gerealiseerd worden). Lidstaten moeten via een aanmelding bij de Commissie laten weten hoe ze dat gaan realiseren. De Vlaamse, Waalse en Brusselse regering zijn inmiddels klaar met hun huiswerk. De Europese Commissie wacht echter nog steeds op de federale regering, die nog geen energiebesparing aanmeldde. Zo blijft ook een oordeel van de Commissie uit: zijn de inspanningen van ons land voldoende of niet?

Vlaanderen neemt bijna 50 procent voor zijn rekening

Wallonië, Brussel én Vlaanderen meldden hun bijdrage al aan bij de Europese Commissie. Het beleid van het Waals gewest is met 53,34 TWh goed voor ongeveer 30 procent. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beperkt zijn bijdrage met 8,74 TWh tot iets minder dan 5 procent. Vlaanderen doet het grootste deel van de energiebesparing tegen 2030. Met 87,89 TWh neemt ze net geen 50 procent voor zijn rekening. Daarmee legt het de lat zelfs iets hoger dan in het Vlaams Energie- en Klimaatplan werd voorzien (84,062 TWh).

Legt ‘de groenste federale regering ooit’ de lat hoger of lager dan Vlaanderen?

Het blijft echter wachten tot een engagement en maatregelen vanuit de federale regering. Inmiddels is wél duidelijk dat de bijdragen van de verschillende gewesten en de federale overheid (die dus nog niets heeft ingediend) nog niet voldoende zijn om de opgelegde doelstelling op Belgisch niveau te behalen. Indien de federale regering louter het resterende ‘gat’ dicht wil rijden, moet ze zich engageren tot een energiebesparing van 35,37 TWh. Daarmee zou ze 19 procent van de totale doelstelling voor haar rekening nemen, ruim 2,5 keer minder dan Vlaanderen. Verwacht wordt dat ‘de groenste regering ooit’ de lat hoger wil leggen dan Vlaanderen, al blijven maatregelen uit.

Niet alleen woorden, maar ook daden

Demir wijst erop dat het constante pleidooi in woorden om ambitieuze energiedoelstellingen te halen, best ook gevolgd wordt door daden. Een frustratie die ook De Klimaatzaak, waarin volgende maand een uitspraak wordt verwacht, eerder al aankaartte. “Engagementen en woorden moeten gevolgd worden door daden. Ook zorgen voor minder energieverbruik is een belangrijk deel van het antwoord op de uitdagingen waarvoor we staan. Pas wanneer de bijdrage van de federale regering gekend is, kan de Europese Commissie oordelen of de Belgische doelstelling haalbaar is. Indien dat niet zo blijkt te zijn, zullen we moeten bekijken welke entiteit binnen België nog bijkomende maatregelen kan aanmelden. Dat Vlaanderen alvast het leeuwendeel voor zijn rekening neemt is duidelijk. Het blijft dus wachten tot wanneer federaal haar huiswerk klaar heeft”, besluit Demir.