Ruim eisenpakket voor Werkgelegenheidsconferentie

Vlaanderen heeft haar huiswerk gemaakt en trekt met een ruim eisenpakket naar de Werkgelegenheidsconferentie, zegt Ronse: “Als het de federale overheid menens is, worden daar knopen doorgehakt voor de hervorming van het werkgelegenheidsbeleid en een asymmetrische aanpak. Daarom roepen we de voorzitter van de commissie Economie en Werk in het Vlaams Parlement op om snel na de Werkgelegenheidsconferentie een gedachtewisseling met de minister te organiseren om een stand van zaken op te maken.”

Dringende hervormingen op federaal niveau

Net zoals de Vlaamse Regering schaart ook de federale beleidsploeg zich achter de verhoging van de werkzaamheidsgraad naar 80 procent. “De federale overheid onderschrijft deze doelstelling, maar om dat te realiseren moet er werk worden gemaakt van dringende hervormingen op federaal niveau zoals het stopzetten van vervroegde uittreding uit de arbeidsmarkt, activerende uitkeringsstelsels en een moderne en flexibele arbeidsmarkt. Net daar knelt het schoentje. Vlaanderen is ambitieus en spaart kosten noch moeite om de 80%-doelstelling te bereiken, maar rijdt met de federale handrem op. De plannen van de federale minister van Werk blijven uit”, stelt Ronse.

Federaal regeerakkoord maakt asymmetrisch beleid mogelijk

Alle ogen zijn gericht op de Werkgelegenheidsconferentie. De Vlaamse minister van Werk gaat met een stevig mandaat en een ambitieus plan naar deze conferentie. Op 14 juli 2021 keurde het Vlaams Parlement daarover immers een resolutie goed, in de wandelgangen beter gekend als de Guldensporenresolutie. In het federaal regeerakkoord wordt tot slot bepaald dat voor het arbeidsmarktbeleid een asymmetrische aanpak mogelijk is. “Nu is het aan de federale overheid om niet bij de pakken te blijven zitten en die woorden om te zetten in daden”, besluit Ronse.