Belgische industrie krimpt

De economische groei in het eerste kwartaal van dit jaar kwam uit op 0,5 procent. Daarmee doet België het, voor die drie maanden, inderdaad tijdelijk beter dan verwacht. Maar wie er de ramingen voor heel 2023 en ook 2024 op naleest, ontwaart een heel ander beeld. Voor volgend jaar verwacht de Europese Commissie dat België, op twee lidstaten na, de traagste economische groei zal optekenen van de hele Eurozone.

Opvallend daarbij is dat we onze minimale groei louter danken aan de dienstensector. De industrie krijgt ondertussen zware klappen. Zelfs in dit meevallende eerste kwartaal krimpt onze industriële economie. België de-industrialiseert en doet dat forser dan de rest van Europa. Met uitzondering van het tweede kwartaal van 2021, waarbij de productie van coronavaccins tijdelijk voor een heropleving zorgde, ging onze industriële sector er onder de regering-De Croo quasi elk kwartaal op achteruit.

Concurrentiekracht kalft af

Aan de oorsprong daarvan ligt het feit dat onze concurrentiekracht sinds het begin van deze legislatuur enorm is afgekalfd, nadat ze onder de Zweedse regering nog maar net was hersteld. Door dat gebrek aan concurrentiekracht krijgen onze exportsectoren het steeds moeilijker.

Dat reflecteert zich in onze lopende rekening, het verschil tussen de bedragen die we binnenhalen via export en uitgeven via import. We zien die de komende jaren fors verslechteren. Tot een dieptepunt dat dit land niet meer heeft gekend sinds de moeilijke jaren tachtig, met een stevig negatief saldo als constante. Destijds lapten we onze concurrentiekracht opnieuw op door een devaluatie van de Belgische frank. Maar tot die noodgreep kunnen we ons sinds het invoeren van de euro niet langer wenden.

De slabakkende economische groei en de verloren concurrentiekracht uiten zich daarnaast ook in onze arbeidsmarktcijfers. Zowel in de realisaties van de voorbije jaren als in de vooruitzichten voor de toekomst. Premier De Croo klopt zich graag op de borst met het gegeven dat er meer dan 200.000 banen bijkwamen in zijn beleidsperiode. Niet alleen rekent hij daarbij handig de banen die een gevolg zijn van de post-coronaboost. Ongeveer de helft van die banen blijkt ook nog eens volledig of deels gesubsidieerd door de overheid. In vergelijking met andere Europese landen is de jobgroei hier allesbehalve indrukwekkend. De kloof tussen de Belgische en de Europese werkzaamheidsgraad steeg van 1,5 procentpunt naar 2,2 procentpunt. We verliezen dus terrein ten opzichte van de rest van Europa, terwijl we op het vlak van werkzaamheid al fors achterop hinkten. De goednieuwsshow is onterecht en ongepast.

Misleidende koopkrachtcijfers

Hoe zit het dan met onze koopkracht? Is die daadwerkelijk beter beschermd dan elders? De regering verwijst onder meer naar de globale inflatie. Die ligt in België momenteel op papier inderdaad iets lager dan het Europese gemiddelde. Men vergeet daar evenwel bij te vermelden dat de voornaamste reden daarvoor de manier is waarop onze energiefactuur in de cijfers wordt opgenomen. Volgens de officiële statistieken is de gemiddelde energiefactuur bijna de helft goedkoper dan een jaar terug. Maar in de praktijk betalen de meeste gezinnen ongeveer evenveel, op basis van vaste contracten.

Zuiveren we die ietwat misleidende energieprijzen uit de inflatiecijfers, dan zien we dat België net een hogere inflatie kent dan het Europese gemiddelde. Dat is niet zo verrassend, aangezien in januari de lonen in heel wat sectoren stegen, dankzij de automatische index. Uitkeringstrekkers kregen daar de voorbije jaren nog enkele extra verhogingen bovenop. Voor de ontvangers voelt dat vanzelfsprekend als welgekomen, maar er zijn ook bijwerkingen. Een dalende concurrentiekracht is de voornaamste. Maar er wordt ook een loon-prijsspiraal in gang gezet, met hogere prijzen tot gevolg. Het strookt met het gevoel dat velen ervaren aan de kassa van hun supermarkt.

Bovendien kijkt het koopkrachtrapport waarmee de regering zwaait uitsluitend naar het behoud van inkomen. Het houdt geen rekening met de devaluatie van vermogen die we vandaag zien. Spaarders, die zich in dit land vooral in Vlaanderen bevinden, zien door de aanhoudende inflatie hun zuurverdiende kapitaal gestaag wegsmelten. Ook de goednieuwsshow inzake koopkracht verdient dus enige nuance. Zeker als we op langere termijn kijken.

Begrotingstekort

Want er staat nog een olifant in de kamer: het begrotingstekort. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) ziet geen enkel ander westers land zijn begrotingspositie de komende jaren zo fors verslechteren als België. Vanaf volgend jaar heeft België officieel het grootste structurele tekort van de hele Eurozone. Volgens de vooruitzichten komt daar de komende jaren geen verandering in. Integendeel.

Door op de poef te leven, creëert de regering een vals gevoel van veiligheid. Veel mensen leven vandaag nog met de illusie dat het begrotingstekort slechts iets theoretisch is. Een statistiek die hen niet aanbelangt. Maar niets is minder waar. Het rampzalige economische beleid betalen we vandaag al cash. De rentelasten namen op twee jaar tijd met 0,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) toe. Goed voor een extra jaarlijkse put van zo’n drie miljard euro. Om een idee te geven: dat is zowat de kostprijs van ons hele justitieapparaat. Een euro kan je maar een keer effectief uitgeven. Het geld dat we in toenemende mate kwijt zijn aan rentelasten beperkt nu al onze financiële ruimte om te investeren in toekomstige groei en in terechte maatschappelijke noden.

Dreigende chaos

Het door de PS opgelegde en door De Croo uitgevoerde economische beleid sleurt Vlaanderen helaas mee de Belgische dieperik in. Dat bleek recent nog uit de investeringscijfers van Ernst & Young: Vlaanderen trok een recordaantal investeringen aan, maar door de belabberde prestaties van Wallonië en Brussel boert België als geheel achteruit op de ranglijst. Het gevolg is dat ratingbureaus dit land afstraffen. En dus ook Vlaanderen.

Premier De Croo sprak recent over een dreigende chaos na de verkiezingen in 2024. De enige chaos die de Vlaming moet vrezen is echter de verderzetting van deze coalitie. Vivaldi is de meest rampzalige regering van het naoorlogse tijdperk. Ze is onze zorgvuldig opgebouwde welvaart in een recordtempo aan het verkwanselen. En ze doet dat door de meerderheid van de Vlamingen democratisch buitenspel te zetten.

Vlaamse welvaart veiligstellen

Dat de ongerustheid en boosheid daarover de roep van extremisten aanlokkelijk maakt, is begrijpelijk. Maar zij zullen het niet oplossen. Na 2024 moeten we naar een democratisch breed gedragen kernkabinet dat bij wijze van overgangsmechanisme de staat op een verantwoordelijke manier beheert. Op basis van de belangrijkste economische parameters.

Dat geeft de politieke klasse de nodige tijd om eindelijk in de diepte te werken aan de transformatie van het federale België naar een confederatie van slagkrachtige regio’s. Zodat Vlamingen eindelijk het beleid kunnen krijgen waarvoor zij stemmen: een beleid dat werken beloont, inzet op groei en vooruitgang, en solidariteit koppelt aan verantwoordelijkheid. Onze Vlaamse welvaart veiligstellen: dat is de ware inzet van de komende verkiezingen. Aan u de keuze.

Meer lezen? Abonneer u hier op de LinkedIn-nieuwsbrief van Bart De Wever over belangrijke economische vraagstukken en uitdagingen in Vlaanderen en de wereld.