Als tiener in de jaren ‘80 was ik er van overtuigd dat de zure regen alle bossen van Europa ging doden. Ik herinner me dat ik op een woensdagnamiddag de tram naar de stad nam om te gaan kijken naar de beelden aan de poort van de kathedraal, want ik had gelezen dat de zure regen die onherstelbaar zou verminken en was werkelijk bang dat ik ze nooit meer zou zien.

De bedreiging van de zure regen werd uiteindelijk afgewend; de nieuwe kerncentrales speelden daar toen een rol in. Later leerde ik dat mijn generatie niet de enige was die zich zorgen maakte over het einde van de wereld. Ook lang daarvoor werd al meermaals in bijna apocalyptische bewoordingen het einde van het menselijke bestaan voorspeld, tenzij we drastisch ons leven zouden veranderen.

Al die voorgespiegelde fatale crises werden uiteindelijk opgevangen door het menselijke vernuft. Je zou verwachten dat we na verloop van tijd zouden leren om dergelijke berichten met meer ratio en wat minder emotie te benaderen. Maar dat gebeurt niet. En zo worden we wederom om de oren geslagen met verhalen over hoe de CO2-uitstoot de planeet bedreigt, hoe het eigenlijk al te laat is en dat we reeds verdoemd zijn.

De mens heeft een ontegensprekelijke impact op de natuur. Een eeuw geleden was malaria nog een inheemse ziekte en stierven mensen aan polio of de mazelen. Onze rivieren waren open riolen en de olie koekte aan de Scheldekaaien aan. Vandaag is de Gentse Reep weer open en zwemmen er terug vissen in de Schelde. De Vlaamse luchtkwaliteit wordt jaar na jaar beter. En zelfs de wolf is terug.

We gaan vooruit en dat hebben we te danken aan de kracht van menselijke innovatie en technologische vooruitgang. We moeten afstappen van de doemscenario's en denken in termen van winstscenario's. Die vereisen een eerlijke kosten-/batenanalyse van de genomen en te nemen maatregelen. Maar wie dat op tafel legt, wordt afgedaan als iemand die het probleem ontkent. Alleen het formuleren van steeds ambitieuzere klimaatdoelstellingen lijkt nog een aanvaardbaar antwoord.

Doelstellingen die wij niet kunnen halen omdat de technologie nog niet op punt staat om de transitie met behoud van de economische groei en welvaart te realiseren. En dat geeft de doemdenkers vrij spel om volstrekt onrealistische gedragsveranderingen te vragen. Vliegtuigreizen, huisdieren, een haardvuur of zelfs een broodje smos, het lijkt straks alleen nog weggelegd voor wie het kan betalen.

Want de last van die gedragssturende maatregelen komt op de schouders van de burger. En dat zal geen probleem zijn voor wie zich zonnepanelen of een elektrische wagen kan veroorloven. Maar wie zich blauw betaalt aan groene facturen, heeft niet de luxe om zich zorgen te maken over het einde van de eeuw. Die maakt zich zorgen over het einde van de maand.

Dat wij werk moeten maken van de CO2-reductie en de afbouw van onze fossiele brandstof-afhankelijkheid staat buiten kijf. En alle aspecten van het beleid komen hierbij in beeld: stadsplanning, bouwvoorschriften, ecofiscaliteit, vergroening van het wagenpark, clean energy, waterhuishouding, CO2-reductie in de industrie, modal shift in de mobiliteit, renovatie,...

Maar de echte sleutel daartoe ligt bij de menselijke creativiteit. Bij ons vermogen om ons aan te passen en te onszelf heruit te vinden. Neem de MYRRHA-reactor, waar we al honderden miljoenen in hebben geïnvesteerd. Daarmee kunnen we de meest veilige en moderne kernenergiereactoren testen waarbij kernafval zelfs deels gerecycleerd zal kunnen worden. Maar tegen dat het onderzoek afgerond is, zouden wij al lang uit de kernenergie moeten gestapt zijn. Dat is totaal onbegrijpelijk. We moeten net durven investeren in de toekomst en op zijn minst de jongste kernreactoren durven openhouden.

De beschikbare technologie voor hernieuwbare energie zal niet volstaan om onze huidige behoefte te dekken, laat staan die van een toekomst zonder fossiele brandstoffen. Als het antwoord dan is economische achteruitgang en sociale afbraak door massaal banenverlies, pas ik. Maar het punt is net dat dit helemaal niet hoeft. De ingrijpende energietransitie waar we voor staan, kan juist een economische opportuniteit zijn.

Onze fossiele brandstoffen zijn eindig en maken zowel onze huishoudens, bedrijven als mobiliteit rechtstreeks afhankelijk van niet-Westerse landen. De uitstap uit de fossiele energie biedt dus een enorme kans om ons autonomer, sterker en weerbaarder te maken. Een mix tussen hernieuwbare en kernenergie is de beste garantie op betaalbaarheid, zekerheid en duurzaamheid. Ik heb er alle vertrouwen in dat we die uitdaging aan kunnen.