
Kruimelpad
Renteplafond beschermt scholenbouw
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts voert een renteplafond in voor scholen die gebouwd zullen worden via een publiek-private-samenwerking. De Vlaamse overheid zal bijspringen zodra de rentevoet meer dan twee procent bedraagt. Dat is een belangrijke bescherming voor schoolbesturen. De huidige snel oplopende rentes dreigen die bouwkosten compleet te doen ontsporen. “We investeren in de huidige regeerperiode drie miljard euro in schoolinfrastructuur en publiek-private-samenwerkingen zijn cruciaal om meer scholen te bouwen”, zegt minister Weyts. “De scholen konden de huidige rentestijgingen onmogelijk voorspellen. We willen niet dat ze afhaken en beschermen hen dan ook tegen de gevolgen.”

Schoolbesturen maximaal ontlasten
Publiek-private-samenwerkingen werken volgens de DBFM-formule (Design, Build, Finance, Maintain – Ontwerpen, Bouwen, Financieren, Onderhouden). Bij een publiek-private samenwerking geeft een schoolbestuur de aanzet voor nieuwe gebouwen. De private partner staat in voor de financiering en werkt de verlangens van de school uit tot aanbestedingsklare projecten. Zo worden de schoolbesturen maximaal ontlast. Na oplevering van de gebouwen betaalt het schoolbestuur voor een aantal jaren een beschikbaarheidsvergoeding voor het gebruik van de gebouwen.
Renteplafond zorgt voor stabiliteit
Scholen die niet zo lang geleden in simulaties nog uitgingen van een gunstigere rentevoet, zagen hun hele project nu in het gedrang komen omdat de rentes het budgettair onhaalbaar maken.
Het renteplafond maakt voor de scholen een groot verschil. De projecten blijven beter beheersbaar voor de scholen. De Vlaamse overheid vangt de meerkost op binnen het opgetrokken budget voor scholenbouw.
“We bieden de scholen met het renteplafond broodnodige stabiliteit”, besluit minister Weyts.