In september van dit jaar start in Frankrijk het assisenproces tegen de verdachten van de aanslagen van 2016 in Parijs. Eens dat proces achter de rug is, vermoedelijk midden 2022, kan ook het proces in ons land starten tegen de 10 verdachten van de aanslagen in Brussel. Omwille van de omvang en de complexiteit van het proces zullen ongeveer 40 justitieassistenten van de Vlaamse dienst slachtofferonthaal de meer dan 600 slachtoffers voor, tijdens en na het proces met raad en daad bijstaan.

Nauw overleg met andere deelstaten

In nauw overleg met de andere deelstaten, met de federale overheid en het federale parket worden momenteel afspraken gemaakt opdat de slachtoffers de best mogelijke begeleiding krijgen. Er is een werkgroep waarin alle betrokken partners aan tafel zitten. “Of een slachtoffer wordt geholpen door een Franstalige of een Nederlandstalige justitieassistent mag geen invloed hebben op de geleverde dienstverlening”, zegt minister Demir. “Met de werkgroep werken we samen tot in de details een draaiboek uit zodat we de slachtoffers op de best mogelijke manier kunnen ondersteunen in heel het land.”

Slachtoffers worden van A tot Z ingelicht over wat hen te wachten staat

Eens de datum van het assisenproces vastligt, worden de slachtoffers individueel gecontacteerd. In aanloop naar het proces worden de slachtoffers van A tot Z ingelicht over wat hen te wachten staat. “Dat gaat zeer breed”, verduidelijkt Demir. “Van het verloop van het proces, over de verschillende bewijsstukken die zullen worden getoond tot waar ze kunnen parkeren. Op zo’n ingrijpend moment kan je nooit 100 procent voorbereid zijn, maar we willen wel niets aan het toeval overlaten en de slachtoffers zo goed mogelijk bijstaan. Een goede voorbereiding op wat komt, is daarbij cruciaal.”

Ook op ingrijpende momenten worden de slachtoffers voorbereid door de experten van de dienst slachtofferonthaal. “Zoals bijvoorbeeld de getuigenissen van de nabestaanden, het tonen van foto’s of confrontaties met de daders”, aldus Demir. Alle aspecten van het proces waar de slachtoffers zich zorgen over maken of zich oncomfortabel bij voelen worden op voorhand bezorgd aan het openbaar ministerie zodat er rekening mee kan worden gehouden.

De wensen van de slachtoffers staan centraal

Wanneer de slachtoffers dat wensen, kunnen ze tijdens het proces worden bijgestaan door vrienden of familie of door andere gespecialiseerde diensten. De justitieassistenten bereiden de zittingen tot in de details voor en houden rekening met de wensen van de slachtoffers. Omdat heel veel slachtoffers ook in het buitenland wonen, bekijken de Vlaamse Justitiehuizen momenteel of ze de buitenlandse slachtoffers digitaal kunnen voorbereiden op het proces, via webinars of videocalls. “De wensen van de slachtoffers staan hierbij centraal. We zullen vanuit Vlaanderen alle nodige communicatiemogelijkheden voorzien om de buitenlandse slachtoffers met zoveel mogelijk kennis en bagage aan de start van het proces te brengen”, aldus Demir.

Rechtszaal Justitia op de oude NAVO-site

Momenteel wordt op de oude NAVO-site in Brussel een nieuwe rechtszaal gebouwd, speciaal voor grote processen. Ook het assisenproces over de aanslagen zal daar plaatsvinden. Naast een assisenzaal zullen de slachtoffers de zitting ook kunnen volgen in acht andere zalen. “Ik pleit openlijk voor een aparte zaal waar enkel de slachtoffers toegang toe hebben. Zo kunnen ze het proces in alle rust volgen zonder druk van buitenaf. Er wordt momenteel door de federale collega onderzocht of het proces volledig digitaal kan verlopen zodat buitenlandse slachtoffers van thuis kunnen volgen. Vlaanderen is hier vragende partij voor. Ook hier zullen onze justitieassistenten klaarstaan om de slachtoffers digitaal met raad en daad bij te staan”, aldus Demir.

Ook na het proces worden slachtoffers opgevolgd

Eens het proces achter de rug is zullen de justitieassistenten de slachtoffers ook verder opvolgen en inlichten over de beslissingen die zijn gemaakt en welke impact die hebben op hen. Om ook uit dit proces te leren worden evaluatiegesprekken gehouden met de verschillende diensten die een rol hebben gespeeld bij de begeleiding van de slachtoffers tijden het proces.

Al een lange weg afgelegd

Tussen het moment waarop de aanslagen in maart 2016 plaatsvonden en vandaag zijn al heel wat stappen genomen in aanloop naar het proces. “De Vlaamse justitieassistenten stonden veel slachtoffers al bij tijdens elke stap van de rit. Ze ondersteunden de nabestaanden van mensen die het leven lieten tijdens de aanslagen, ze organiseerden mee de informatiesessies over de burgerlijke partijstellingen en ze legden nauwe contacten met hun Franse collega’s om informatie uit te wisselen en de krachten te bundelen tijdens het proces”, aldus minister Demir.

Vlaanderen wil het verschil maken

“Justitie heeft van oudsher de traditie om daders centraal te stellen, terwijl de slachtoffers centraal moeten staan. Vlaanderen wil daarin het verschil maken. Gezien de bevoegdheidsverdeling is dat niet evident, maar we zetten de tering naar de nering. Slachtoffers centraal stellen moet een kerntaak zijn van álle overheden”, besluit Demir.