Onlangs kondigde de federale overheid aan dat ze het ‘Scientific Strategic Comittee’ zal oprichten, om zich beter te wapenen tegen toekomstige pandemieën. Akkoord,  als we één ding moeten doen na deze pandemie dan is het wel een scherpe analyse maken en lessen trekken.

Op het eerste zicht dus een goed idee. Tot ik las wie in dat comité zou zetelen. Namelijk dezelfde mensen die destijds de GEMS vormden. Weet u nog? Juist, zij die het Overlegcomité adviseerden tijdens de pandemie.

Ongetwijfeld een groep van experten. Maar een groep experten die kritisch gaan kijken naar hoe zij zélf het beleid mee gevormd hebben? Dat betwijfel ik. Want voor een scherpe analyse is afstand nodig, afstand die  onmogelijk is wanneer je zo’n sterke betrokkenheid.

Wetenschap is voortschrijdend inzicht en in het begin van de crisis is er – laten we eerlijk zijn- geïmproviseerd. Daar zijn goede inschattingen bij geweest, maar ook slechte. Vaak hadden dergelijke inschattingen ook een grote impact op de samenleving. Bovendien werden ze geconfronteerd  met tegengestelde meningen van collega’s, tegengestelde belangen, verwarring, druk en teleurstelling. Kortom, een positie die deze experts onmogelijk achter zich gelaten hebben zonder een gekleurd oordeel te hebben gevormd over het beheer van deze pandemie.

Ja, elke schakel in de keten moet worden onderzocht, maar wel met een heldere en onafhankelijke blik over eerdere adviezen of beslissingen. Alleen zo kunnen we de goede zaken en de slechte zaken objectief onderscheiden.

Ik kreeg er alleszins een déjà-vu-gevoel van. Even cynisch was namelijk de aanstelling van voormalig minister De Block bij de evaluatie door de Wereldgezondheidsorganisatie. Juist, de ex-minister die verzweeg dat er geen strategische stock meer was en veel te laat in actie schoot. Die experten dramaqueens noemde en parlementsleden verweet dat ze overdreven wanneer er kritische vragen werden gesteld. We hadden het er volgens haar niet zo slecht van af gebracht.

Het brengt ons terug naar het eeuwige pijnpunt: het gebrek aan onafhankelijke analyses van deze crisis. België kiest alweer voor een ‘Wij van WC-eend’-aanpak, terwijl men in het Verenigd Koninkrijk al vanaf het begin van de pandemie onafhankelijke analyses maakte. En ook in Nederland is er een aparte Onderzoeksraad die compleet los staat van de regering en de betrokken experten, en zelfs als een vlieg op de muur de overleggen heeft meegemaakt.

Welk excuus hebben wij eigenlijk om dat niet te doen? Omdat we bang zijn om geconfronteerd te worden met de conclusies? Dat idee kreeg ik alleszins al tijdens de Bijzondere Covid-commissie waar te confronterende aanbevelingen netjes werden weggestemd door de meerderheid. Zo vonden we het niet meer dan normaal dat er een onafhankelijke audit zou komen voor de verschillende betrokken overheidsdiensten. Of dat er een onderzoek moest gebeuren naar de verschillen in overlevingskans tussen de verschillende ziekenhuizen.

Een grondige en onafhankelijke doorlichting, een breed academisch debat over alle aspecten van de covid-crisis. Dat is toch het minste dat de overheden verschuldigd zijn aan een bevolking die zo veel moed getoond heeft. Niet?