Het federaal regeerakkoord mikt tegen 2030 op een werkzaamheidsgraad van 80 procent. De echte crux van deze uitdaging ligt bij het activeren van mensen die vandaag niet meer beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. En laat nu net daar het schoentje knellen. Het aantal langdurig zieken bijvoorbeeld, steeg van een kleine 260 000 in 2005 over een dikke 370 000 in 2015 tot 460 000 in juni 2020.

Dit is een kwalijke evolutie. Maar wat echt laakbaar is, is het totaal gebrek aan concrete maatregelen om deze tanker te keren. Dat het inkomensverschil tussen werken en niet werken groter moet worden is een conditio sine qua non die elke expert onderschrijft. In de beleidsverklaring van minister Vandenbroucke bulkt het echter van voorstellen om verschillende sociale uitkeringen te verhogen. Naar concrete initiatieven om mensen uit de uitkeringsafhankelijkheid te halen, is het dan weer zoeken met een vergrootglas. Wat baat het dat Vlaanderen een integraal actieplan voorlegt voor de begeleiding van langdurig zieken als Vivaldi als antwoord alleen de uitkeringspoorten wagenwijd openzet?

Waar is het emancipatie-ideaal van de socialisten gebleven? Een job is en blijft de beste sociale zekerheid die er bestaat. Een job zorgt niet enkel voor inkomenszekerheid - en een significante verlaging van de kans op armoede - maar biedt ook een gevoel van eigenwaarde, voldoening en een netwerk. Werkbaar werk is de beste preventie tegen (kans)armoede en uitsluiting. Daar kan geen structurele uitkering tegenop.

Helaas werpt ons bestaande arbeidsrecht verschillende onnodige struikelblokken op voor zieken die popelen om terug aan de slag te gaan. Net daarom is dit gebrek aan concrete initiatieven van onze federale regering nefast voor het zelfbeeld van deze mensen. Want met een aantal intelligente ingrepen kunnen we die barrières doorbreken, en onze zieken weer perspectief geven.

Een eerste drempel vormt het ziekte-attest, dat de zieke werknemer bij zijn werkgever moet inleveren. Dit attest leidt vandaag tot een nogal binaire keuze: ofwel is men ziek en blijft men volledig thuis, ofwel is men niet meer ziek en hervat men het werk volledig. Zo wordt het attest trouwens ook door de werknemers zelf geïnterpreteerd. Uit onderzoek blijkt dat 75 procent van de werknemers de voorgeschreven periode van ziekteverlof blindelings volgen, ook als ze zich al lang niet meer ziek voelen. Ze lopen vast in het systeem. Bovendien staan werkgevers wel eens weigerachtig tegenover het tewerkstellen van een werknemer van wie het ziekte-attest nog een ziekteverlof voorschrijft.

Om dit perverse effect te vermijden heb ik een wetsvoorstel ingediend om dit ziekte-attest om te vormen tot een geschiktheidsattest. Hierop kan de huisarts, volledig vrijblijvend en in overeenstemming met de zieke werknemer, aangeven wat de patiënt wel kan doen tijdens de periode van ziekte. Het geschiktheidsattest lijkt een kleine ingreep, maar het kan zieke werknemers helpen om wedertewerkstelling bij hun werkgever bespreekbaar te maken. Dat zien we ook in het Verenigd Koninkrijk waar al langer een geschiktheidsattest bestaat. Daar geeft 67 procent van de werknemers die een geschiktheidsattest ontvingen aan dat dit attest hen geholpen heeft naar de (her)toeleiding naar een job. Een geschiktheidsattest kan bovendien vermijden dat personen in langdurige ziekte terecht komen.

Maar voor wie al langdurig ziek is spelen er uiteraard andere valkuilen. De reële angst om de ziekte-uitkering te verliezen en/of te hervallen vormt een serieuze drempel. Dit laatste is tevens een hinderpaal voor de werkgever. De kans dat de zieke werknemer misschien niet op regelmatige tijdstippen kan komen werken is niet gering. En bij een definitief herval is de werkgever gebonden aan een dure ontslagvergoeding.

Daarom stelt onze partij voor om werk te maken van arbeidsintegratiejobs. Deze jobs zijn aangepaste, tijdelijke arbeidscontracten die de gekende risico's en drempels wegnemen. Zo vormen ze een springplank naar een regulier arbeidscontract. Met een arbeidsintegratiejob mag de zieke werknemer zijn volledige ziekte-uitkering behouden, en hoeft hij dus niet te vrezen voor inkomensverlies. En de werkgever? Die moet enkel de werkelijk gepresteerde uren betalen en is bij herval van de werknemer geen ontslagvergoeding verschuldigd. Zo wordt ook de werkgever aangemoedigd om langdurig zieken een kans te geven.

Ook de arbeidscontracten bij de huidige of laatste werkgever vormen vaak een drempel naar tewerkstelling. Bestaande arbeidscontracten worden soms ervaren als een "gouden kooi". Wie een burn-out heeft of dreigt te krijgen, wil misschien wel een andere job uitproberen, maar dreigt zijn bestaande arbeidscontract en zekerheid te verliezen. Daarom stellen we voor om het bestaande verbod op terbeschikkingstelling van werknemers te versoepelen. Dit moet het mogelijk maken om, met behoud van het bestaande arbeidscontract, tijdelijk aan de slag gaan in een andere job bij een andere werkgever. Zo bieden we een uitweg aan mensen die vastzitten in een job die hen ziek maakt, zonder dat ze hoeven te vrezen voor het verlies van hun arbeidscontract.

Een geschiktheidsattest, arbeidsintegratiejobs, een versoepelde terbeschikkingstelling... Het zijn maar enkele concrete voorstellen waarmee we langdurig zieken terug willen laten deelnemen aan de samenleving. Ik heb in het verleden al meermaals het genoegen gehad om te mogen samenwerken met intelligente en oplossingsgerichte politici van partijen die nu deel uitmaken van de federale regering. Nu het aantal langdurig zieken hoger is dan ooit, wil ik hen dan ook oproepen om constructief samen te werken en voorgestelde oplossingen in overweging te nemen.

Stroop je mouwen op, minister Vandenbroucke, en maak werk van werkbaar werk. Niet om de N-VA een plezier te doen, maar omdat het nodig is. Omdat we de vele langdurig zieken niet langer in de steek mogen laten. Dat is pas sociaal beleid.