Ongeveer 2 à 3 procent van de Vlamingen is hoogbegaafd, maar de regelgeving binnen Onderwijs hield amper rekening met hen. Zo moet zelfs de slimste en meest schoolrijpe kleuter nu wachten tot de minimumleeftijd van 5 jaar voor hij of zij mag beginnen aan de lagere school. En de scholier die wiskunde beter beheerst dan de wiskundeleerkracht moet de wiskundeles blijven volgen. De regelgeving laat immers niet toe dat de leerling een vrijstelling krijgt. Heel wat zeer makkelijk lerende of hoogbegaafde jongeren worden schoolmoe omdat ze in de klas niet uitgedaagd worden. 

Vroeger starten in eerste leerjaar

Daar komt nu verandering in. Vanaf volgend schooljaar verdwijnt de minimumleeftijd om te mogen starten aan de lagere school: zo kunnen zeer makkelijk lerende of hoogbegaafde kinderen ook al voor de leeftijd van 5 jaar starten in het eerste leerjaar, na toelating van de klassenraad en het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB). 

Vrijstellingen in secundair

In het secundair onderwijs vanaf volgend schooljaar hoogbegaafde leerlingen een vrijstelling krijgen voor één of meerdere vakken, op advies van de klassenraad.  Op die manier kan de klassenraad veel makkelijker en beter op maat van een scholier werken. Als een scholier een vrijstelling krijgt, komt er tijd vrij voor andere dingen. Zo wordt verveling vermeden en komen er kansen voor intellectuele uitdaging en ontplooiing. 

Specifiek beleid voor hoogbegaafden

Deze beslissingen passen in een beleid rond hoogbegaafdheid dat sinds de start van deze regeerperiode stap voor stap wordt uitgebouwd. Zo werd er voor het eerst geld vrijgemaakt specifiek voor hoogbegaafde leerlingen, kwam er een expertisecentrum, werden er  begeleidingsprojecten opgezet.  Zo besliste Weyts eerder ook al om de minimumleeftijd voor het behalen van een getuigschrift lager onderwijs te schrappen: vroeger moest je minstens 8 jaar zijn om ‘af te studeren’ in de lagere school, nu zal het ook vroeger kunnen.