De Brusselse woningmarkt kent een aantal structurele problemen, zoals leegstand, krotverhuur, huisjesmelkerij en een gebrek aan sociale woningen. In 2021 stonden maar liefst 133.000 Brusselaars op de wachtlijst, meer dan 10,5 procent van de hele bevolking van het Gewest. Sinds begin 2020 groeide de Brusselse wachtlijst bovendien met 8,3 procent (+ 3.909 huishoudens). Dit toont aan dat de vele middelen die naar de huisvestingsmaatschappijen gaan, niet efficiënt gebruikt worden.

Geen enkele controle

In Brussel is er een gebrek aan controle op het naleven van verplichtingen om een sociale woning te huren, zoals inkomensvereisten, taalkennisvereisten, het bezit van een woning in het buitenland. Sociale fraude wordt niet gecontroleerd. Sociale woningen moeten gaan naar mensen die er echt recht op hebben en moeten een springplank vormen en bijdragen tot activering en integratie. De deur moet resoluut dicht voor elke vorm van voorkeursbehandeling of vriendjespolitiek. Deze visie ontbreekt in de plannen van staatssecretaris Ben Hamou,” stelt Vanden Borre.

N-VA wil vereenvoudiging instellingen

Met 19 gemeenten, 19 OCMW's, 16 sociale huisvestingsmaatschappijen, en 24 sociale verhuurkantoren, met allemaal eigen panden en eigen procedures, kan er simpelweg geen efficiënt beleid gevoerd worden. In Vlaanderen is een fundamentele reorganisatie van het sociaal woonlandschap gaande: de sociale huisvestingsmaatschappijen en verhuurkantoren worden hervormd tot woonmaatschappijen. “Ik pleit voor eenzelfde vereenvoudiging van de instellingen zodat het bouwen, beheer en ter beschikking stellen van sociale woningen gecentraliseerd worden. Elke Brusselaar moet een evenwaardige dienstverlening krijgen, in tegenstelling tot het versnipperde beleid vandaag”, besluit Vanden Borre.