Pijnpunten

De coronacrisis heeft verschillende pijnpunten blootgelegd, ook binnen het onderwijs. Zo kwamen er veel extra taken terecht bij de directies. Een school in het secundair onderwijs kan vaak ondersteuning voorzien voor de directeur, maar in de kleinere basisscholen was dit tot nu toe meestal niet mogelijk.

Een ander pijnpunt waren de preventieadviseurs. Elk van de ongeveer 4.000 scholen in Vlaanderen moet een preventieadviseur hebben, om ondersteuning te bieden bij het welzijnsbeleid. Ze maken risicoanalyses en brengen adviezen uit. Maar er bestond veel onduidelijkheid over hun statuut en ze bleven wat onzichtbaar in de onderwijsorganisatie.

Verankerd in Verzameldecreet

De directies in het basisonderwijs krijgen nu versterking van ongeveer 450 beleidsondersteuners. Zij kunnen administratieve taken overnemen en beleidsvoorbereidend werk doen, zodat de directeurs zelf meer tijd krijgen voor hun echte kerntaken, zoals de leerkrachten ondersteunen. Ben Weyts maakt daarvoor 23 miljoen euro extra per jaar vrij: een investering die past binnen de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) die vorig jaar afgesloten werd. Daarnaast verankert Weyts de nieuwe functie van beleidsondersteuner nu onder meer in een nieuw Verzameldecreet. In dat Verzameldecreet krijgen ook de duizenden preventieadviseurs voor het eerst een duidelijk mandaat.

“Dit is ook een kwestie van waardering en respect”, zegt Weyts. “De preventieadviseurs doen al langer belangrijk werk in hun scholen. De beleidsondersteuners gaan dat nu ook kunnen doen. Deze mensen verdienen dus een duidelijk kader en een eigen plaats binnen de grote onderwijsorganisatie.”