Een fenomeen dat we in crisistijden vaak terugzien om aan frustratie uiting te geven is dat van het vijandbeeld. We voelen ons slecht, dus moet iemand daarvan de schuld krijgen. Populisten detecteren de vijandbeelden die opgang maken in de maatschappij en heulen vervolgens mee met de meute, in de hoop de gratie van het volk voor zich te winnen.
Een van die populaire vijanden is vandaag de farmasector, als symbool van het zogezegd destructieve kapitalisme. Hoewel we na nog geen jaar zicht hebben op een aanzienlijke reeks vaccins die ons uit deze gezondheidscrisis zullen halen, zagen we de voorbije weken tal van verwijten passeren aan het adres van de bedrijven die de terugweg naar onze vrijheid plaveien. Farmabedrijven zouden louter uit zijn op winstbejag en door het vasthouden aan zogenaamde monopolies zouden ze duizenden mensenlevens op hun geweten hebben. Het is een discours dat heel wat politici gretig overnemen: de ene om de eigen politieke verantwoordelijkheid te verhullen, de andere ter ondersteuning van zijn etatistische ideologie.
Het is niet verwonderlijk dat ook in onze parlementen regelmatig scherp wordt uitgehaald naar ‘Big Pharma’. Van communisten en zelfs socialisten valt nu eenmaal te verwachten dat ze die opportuniteit niet laten liggen. Maar vreemd genoeg sloot ook Gwendolyn Rutten zich aan bij hun antikapitalistisch discours. Hoewel ze acht jaar lang het voorzitterschap bekleedde van een partij die zich nog steeds ‘liberaal’ noemt, verklaarde Rutten op Twitter dat COVID-19 vaccins een 'publiek goed' moeten worden. Weg met de patenten, weg met de monopolies. 'De formule van het coronavaccin' moet zo snel mogelijk publiek worden opengesteld. Het hele vrijemarktdenken kost volgens Rutten immers 'massaal mensenlevens'.
Haar pleidooi is opmerkelijk. Ten eerste omdat er niet zoiets bestaat als 'de formule van het coronavaccin', aangezien het voorbije jaar meerdere coronavaccins werden ontwikkeld die op verschillende manieren werken. Met tientallen vaccins die door evenveel bedrijven worden ontwikkeld, is er van een monopolie dan ook geen sprake. Maar vooral omdat haar betoog compleet voorbijgaat aan de reden waarom de vrije markt een veel beter mechanisme is om innovatie voort te brengen dan etatisme.