Zij-instromers die de privésector inruilen voor het onderwijs kunnen nu alleen anciënniteit meenemen voor specifieke vakken in het TSO en het BSO. Bovendien zijn daar strenge voorwaarden aan verbonden. Zo moeten veel enthousiaste kandidaten met een interessant profiel financieel inleveren als ze voor de klas gaan staan. De situatie draagt bij tot het lerarentekort.

Voor wie knelpuntvak geeft in ASO, TSO, BSO en zelfs het lager

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts maakt een overstap naar het onderwijs nu financieel aantrekkelijker. Vanaf volgend schooljaar zal je tot acht jaar anciënniteit kunnen meenemen als je vanuit de privésector overstapt naar het onderwijs om een knelpuntvak te geven. Concreet gaat het dan om de vakken Nederlands, Nederlands voor nieuwkomers, Frans, wiskunde, bouw, elektriciteit, hout, mechanica, handelscorrespondentie Nederlands en handelscorrespondentie Frans. Het is niet langer beperkt tot enkel het TSO en het BSO: ook het ASO en zelfs het lager onderwijs komen in aanmerking, want er wordt ook gezocht naar onderwijzers.

Tot 300 euro extra per maand

Zij-instromers die overstappen naar een ASO-school kunnen voor het eerst anciënniteit laten valoriseren. In het TSO en BSO zal men nu nog meer anciënniteit kunnen meenemen. De praktijkervaring van deze mensen op de arbeidsmarkt kan een enorme meerwaarde zijn voor de leerlingen. Deze ingreep maakt een gevoelig verschil. Voor een nieuwe onderwijzer met acht jaar anciënniteit op de teller kan deze maatregel ongeveer 220 euro extra netto per maand betekenen. Voor een master in de wiskunde die 8 jaar anciënniteit heeft opgebouwd kan het voordeel oplopen tot iets meer dan 300 euro extra netto per maand.

Drempel wegnemen voor wie zijn passie wil doorgeven

“Mensen kiezen voor het onderwijs omdat ze hun passie willen doorgeven aan jonge mensen: het gaat hen niet om grote geld”, zegt Weyts. “Maar het schrikt natuurlijk wel af als je al je opgebouwde anciënniteit moet loslaten. We willen drempels wegwerken voor mensen die al een tijdje aan de slag zijn in de privésector en serieus nadenken over een overstap naar het onderwijs. In deze coronatijden zijn er misschien wel extra veel mensen die een carrièrewending overwegen. Met deze maatregel willen we hen in de verleiding brengen om te kiezen voor de klas. Zo versterken we ook de onderwijskwaliteit.”