Uit de cijfers kunnen we afleiden dat tienduizenden gezinnen er niet in slagen om, zelfs na bijna tien jaar van begeleiding en ondersteuning, een inkomen te verwerven dat groot genoeg is om door te stromen naar de reguliere woningmarkt. “Een sociale woning zou een springplank moeten zijn naar een stabiel inkomen en betere toekomstkansen en dus een tijdelijke oplossing voor gezinnen in nood. In Brussel blijven mensen soms hun hele leven wonen in een sociale woning, zonder economische vooruitgang. Dat is een grote maatschappelijke kost en rem op kansen voor mensen die acuut nood hebben aan een sociale woning. Bovendien stel ik me vragen bij de daadwerkelijke controle en de handhaving van de maximale inkomensgrenzen”, aldus Vanden Borre.

Sociale woning is sociale springplank

Ook uit eerdere cijfers over de totale uitstroom voor de zestien Brusselse huisvestingsmaatschappijen in de voorbije drie jaar, blijkt dat de uitstroom van sociale huurders minimaal is. “Het is voor de N-VA evident dat sociale woningen worden gebruikt als sociale springplank in het kader van een activerend en integrerend beleid. De bedoeling moet toch zijn dat gezinnen zo snel mogelijk een stabiele baan en een kwaliteitsvolle woning vinden? Waarom lukt dit niet in Brussel met de torenhoge werkloosheidscijfers?” vraagt Vanden Borre zich af.

Geen enkele verplichting in Brussel

In Vlaanderen moet elke arbeidsgeschikte sociale huurder tot 64 jaar zich verplicht inschrijven bij de VDAB. Dat wordt ook regelmatig gecontroleerd. Bij weigering kunnen administratieve geldboetes worden opgelegd. “Gelet op de geciteerde cijfers van uitstroom, is het des te onbegrijpelijker dat er in Brussel geen enkele verplichting bestaat voor arbeidsgeschikte sociale huurders is om zich bij Actiris – de Brusselse tegenhanger van de VDAB - te registreren. Ik zal een ordonnantie indienen om zo’n verplichte registratie in de Huisvestingscode in te schrijven”, besluit Vanden Borre.