Blind uitgavenbeleid
De voorbeelden van dergelijk blind uitgavenbeleid zijn naar aanleiding van de nakende federale begrotingsopstelling weer legio. Er is het sociaal akkoord voor extra loonopslag bovenop de index voor 65.000 federale ambtenaren ter waarde van 180 miljoen euro per jaar. Bpost krijgt een fors hogere dotatie ten belope van 125 miljoen euro per jaar. Emissievrije kerncentrales gaan dicht, maar men richt wel een nieuw Klimaatcentrum op voor de prijs van twee miljoen euro per jaar. De asielbudgetten stijgen naar ongeziene hoogtes. Minister van Mobiliteit Gilkinet (Ecolo) vraagt vier miljard euro extra om de financiële putten van de NMBS te dempen, in plaats van werk te maken van efficiënter beleid. En dure steunmaatregelen voor (hoofdzakelijk) werklozen en inactieven die initieel als crisisbeleid golden worden structureel, waardoor ook nog eens de werkloosheidsval vergroot. De sociale partners krijgen straks nog een pot van een paar honderden miljoenen euro belastinggeld, waarvan opnieuw een deel zal gaan naar hogere leeflonen en werkloosheidsuitkeringen.
Ik kan nog even doorgaan, maar het beeld is u wel helder. Wie de federale persberichten van de voorbije weken en maanden erop naslaat, die moet wel tot de conclusie komen dat we leven in een welvarend land waar schulden amper bestaan, de economische groei bovengemiddeld is en de begrotingsoverschotten zich opstapelen. Enkel dan kan een land zich immers dergelijke maatregelen veroorloven.
Niets is natuurlijk minder waar. Eind vorige maand maakten de cijfermeesters van het departement Begroting al bekend dat het federale begrotingstekort volgend jaar oploopt tot ruim 23 miljard euro: drie miljard euro meer dan voor de zomer werd ingeschat. Het werkelijke tekort ligt zelfs nog een stuk hoger, want de ambtenaren van Begroting geven verder in hun rapport aan dat ze rekenen op 300 miljoen euro aan opbrengsten uit fraudebestrijdingsmaatregelen die eigenlijk niet bestaan. Ook de kostprijs van de definitieve btw-verlaging op elektriciteit en gas is nog maar voor een kwartaal opgenomen.
Premier De Croo en zijn ministers verwijzen in hun antwoord op vragen daaromtrent steevast naar de verschillende crisissen die we ondergaan: de coronacrisis, de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis. Dat antwoord is misleidend en zelfs kwalijk. Alle Westerse landen ondergaan momenteel deze crisissen, maar volgens het IMF is het wel België dat op termijn evolueert naar het grootste begrotingstekort van West-Europa. Bij ongewijzigd beleid schiet ons totaal begrotingstekort tegen 2027 omhoog tot 33 miljard euro, meer dan vijf procent van het bruto binnenlands product (bbp). En dat terwijl we zowat de traagste economische groeier van heel Europa zijn.
Structureel problematisch
Zowel de Nationale Bank, het IMF als het Federaal Planbureau waarschuwde al voor die bijzonder nefaste cijfers. Het gaat hier namelijk uitdrukkelijk niet om tijdelijke crisistekorten. De Belgische begroting is structureel problematisch. De federale overheid geeft jaarlijks ruim 2.000 euro per burger meer uit dan het binnenkrijgt. Als u dat als gezin doet, duurt het niet lang voor een deurwaarder langskomt. Bij overheden reageren in eerste instantie de financiële markten. En dat beginnen ze te doen. Sinds begin dit jaar is het renteverschil, de spread, tussen België en Duitsland hoger opgelopen dan bij onze buurlanden.
Zo zien we in het begrotingsrapport dat de Belgische rentelasten voor volgend jaar al bijna een half miljard euro hoger worden ingeschat ten opzichte van drie maand geleden. Stijgt de rente nog eens met een procentpunt, dan wordt de extra rentelast meer dan verdubbeld. Die stijging is niet onwaarschijnlijk, aangezien de kerninflatie in Europa nog steeds toeneemt en de ECB daardoor gedwongen is om de rente nog verder op te trekken. Zelfs nog veel forsere stijgingen zijn allesbehalve uitgesloten.
Financiële markten kunnen zich immers plots onverbiddelijk keren tegen overheden die het te ver drijven. Na het indienen van een onevenwichtig begrotingsplan mocht ook de nieuwe Britse regering dat ervaren. Financiële markten keerden zich razendsnel tegen het Britse pond, de interest die de Britse overheid moet betalen op nieuwe schulden verdubbelde en pensioenfondsen moesten gestut worden door de Britse Centrale Bank. Het noopte de Britse minister van Financiën ertoe om zijn soepele begrotingsvoorstellen snel terug te schroeven.