Voor de gehele periode 2013-2020 kreeg Vlaanderen een emissieruimte voor niet-ETS-sectoren (sectoren die niet onder het Europees emissiehandelssysteem vallen, red.) van 352 megaton CO2-eq. Dat is de maximale hoeveelheid CO2 die gedurende al die jaren mag uitgestoten worden. Die doelstelling wordt nipt niet gehaald. Voor de hele periode 2013-2020 wordt het tekort aan emissieruimte ingeschat op 4,7 megaton, of 1,3 procent van de totale emissieruimte. Zonder de sterke daling van de emissies van het wegverkeer door de coronacrisis was dat tekort hoger geweest.

Factuur voor onhaalbare doelstellingen

Het tekort komt met een prijs, beseft minister Demir. “Wanneer je als lidstaat akkoord gaat met de doelstellingen die door Europa opgelegd worden of oproept om deze doelstellingen aan te scherpen, dan ben je gebonden die te behalen. En als je die niet behaalt, komt er een factuur. In dit geval: een factuur om de niet-gerealiseerde propere lucht in het buitenland te kopen in de vorm van emissierechten. Hoe absurd het ook klinkt, het is de pijnlijke waarheid. Het geld dat we hier nu aan moeten spenderen, zou ik veel liever in Vlaanderen zelf investeren. Beleidsmakers moeten goed beseffen dat ze bezig zijn met de centen van de belastingbetaler en dat ze geen onhaalbare engagementen moeten aangaan die dreigen te ontploffen in het gezicht van de belastingbetalers.”

Uitstoot amper verminderd

Uit het voortgangsrapport blijkt dat de Vlaamse niet-ETS uitstoot slechts met drie procent is gedaald tussen 2005 en 2018, waar Vlaanderen destijds ook de doelstelling voorop stelde van 15,7 procent procent in 2020. Dat betekent slechts een jaarlijkse gemiddelde reductie van 0,2 procent.

Ondanks de inspanningen in het verleden is Vlaanderen er dus amper in geslaagd om de emissies te verminderen. Daarnaast wordt vastgesteld dat de emissies in de sector met het grootste aandeel in de uitstoot, transport, de voorbije 15 jaar gestagneerd zijn. Ook in andere sectoren zoals landbouw en industrie is het een grote uitdaging om emissies te reduceren in een context van economische groei.

Politieke opbodcultuur en applausmachines

Zuhal Demir wil af van de politieke opbodcultuur rond klimaatdoelstellingen. “Niet de meest realistische doelstellingen worden geprezen, maar de hoogste. En wie niet mee stapt in dat verhaal is een klimaatnegationist en pleegt een aanslag op de volgende generatie. Laat mij heel erg duidelijk zijn: ik ben zeer ambitieus in het halen van realistische doelstellingen en als we nog beter kunnen doen, zal ik daar volop voor gaan. Maar ik ga niet mee in applausmachines die steeds hogere doelstellingen projecteren en waarvan iedereen op voorhand weet dat ze onhaalbaar zijn, ons achteraf met hogere kosten opzadelen en een zondebok wordt gezocht.”

Dure emissieruimte kopen bij Bulgarije, Roemenië en Polen

Zo vertrekt Vlaanderen met een achterstand om zijn emissies met 35 procent reduceren ten opzichte van 2005. Dat vergt jaarlijkse reducties die een veelvoud zijn van de realisaties van de voorbije jaren. Indien Vlaanderen daar niet in slaagt, is het gedwongen om dure emissieruimte aan te kopen bij Europese lidstaten die een lagere doelstelling toegewezen gekregen hebben zoals Bulgarije, Roemenië en Polen. De middelen die naar het buitenland wegvloeien op deze manier zijn dan uiteraard niet meer beschikbaar voor het voeren van klimaatbeleid in Vlaanderen.

Ambitieus, haalbaar en betaalbaar

De evolutie van de cijfers tonen aan dat de doelstelling om 35 procent emissiedaling te bereiken een huzarenstuk gaat zijn, zegt Demir. “Ik ga er dan ook niet van uit dat een daling van 60 procent een haalbare kaart is tegen 2030.  Ik ga graag in gesprek met het federale niveau om wel realistische doelstellingen en een groeipad uit te tekenen volgens de principes ‘ambitieus’ , ‘haalbaar’ en ‘betaalbaar’. Woordjes die van kapitaal belang zijn in het energiedebat.”

Tweede beste van Europa

De Vlaamse Regering kan die toets overigens doorstaan, volgens Demir. “In het kader van de relance na corona is meer dan één miljard euro vrijgemaakt voor bijkomende klimaatinvesteringen. Dat is overigens evenveel als de Vivaldi-regering. De komende twee jaar neemt mijn kabinet zelfs een kick-start met 440 miljoen euro aan investeringen bij de uitvoering van de langetermijnrenovatiestrategie 2050. Een strategie die onlangs werd bestempeld als de tweede beste van Europa en van hetzelfde niveau is als Finland.”

Constructief overleg met federaal

“Ik roep de collega’s van de nieuwe federale regering op om even haalbaar ambitieus te zijn en hun bevoegdheden te gebruiken om de gewesten te ondersteunen. Niet om luchtkastelen te bouwen die gewesten onmogelijk in realiteit kunnen omzetten. Ik denk bijvoorbeeld concreet aan het snel werk maken de btw-verlaging naar zes procent voor heropbouw na sloop op het hele grondgebied, een grondige renovatie van het gebouwenpatrimonium in handen van de federale overheid en een performante, klantvriendelijke NMBS. Ik juich de groene ambitie van het federale niveau toe. Het kan een hefboom zijn om in Vlaanderen grote stappen vooruit te zetten. Maar dan moet dat in constructief overleg, niet in dictaten”, besluit Demir.