Banken moeten zorgen dat iedereen mee kan

Het aantal geldautomaten in ons land is op tien jaar tijd meer dan gehalveerd. Dat zoveel geldautomaten verdwijnen, baart de steden en gemeenten grote zorgen. De vrees bestaat dat de dekking via het Batopin-plan, een gedeeld netwerk van neutrale geldautomaten, onvoldoende is. De betrokken banken beloofden dat 95 procent van de bevolking een automaat zal vinden binnen een straal van vijf kilometer in vogelvlucht. Sofie Joosen en Joris Nachtergaele vrezen dat de werkelijke afstand, vooral in plattelandsgemeenten, groter zal zijn dan die beloofde vijf kilometer. 

“De banken zetten meer en meer in op het digitale, maar moeten zorgen dat iedereen mee kan. Ook senioren en mensen die niet bedreven zijn in digitaal bankieren. Die burgers mogen niet worden uitgesloten van betalingsverkeer. Geldautomaten in de buurt moeten een basisrecht zijn en blijven. Zolang er met cash betaald wordt, moet er ook cash kunnen afgehaald worden”, zegt Joris Nachtergaele.  

Belasting op geldautomaten aanpassen 

Joosen en Nachtergaele roepen de lokale besturen die nog steeds belastingen heffen op geldautomaten op om de reglementering aan te passen. Van de 34 steden en gemeenten die deze belasting nog heffen, springt vooral Gent in het oog. Zij innen via deze belasting jaarlijks maar liefst bijna 600.000 euro. Ook in Kortrijk, Liedekerke, Tienen, Oostende en Mechelen gaat het om aanzienlijke bedragen. “Een vrijstelling van belasting op geldautomaten kan financiële instellingen ervan overtuigen om hun geldautomaten in landelijke gemeenten te behouden”, besluit Sofie Joosen.