Onze loonnorm is gebaseerd op de loonwet van 1996. Als de loonnorm wordt losgelaten, zullen we de jobs in ons land opnieuw uit markt prijzen tegenover onze buurlanden, vreest Anseeuw. “Na een zwaar jaar zoals 2020 is het versterken van structurele werkloosheid toch het laatste wat we willen? De Zweedse regering heeft een flink stuk weggewerkt van de loonhandicap die we hebben ten opzichte van de ons omringende landen. Dat kwam de tewerkstelling in ons land alleen maar ten goede. We moeten dan ook op dit pad verder gaan, en niet kiezen voor de rechtsomkeer naar meer werkloosheid die de PS nu voorstelt.”

Koren op de molen van de vakbonden

De bal ligt al weken in het kamp van de sociale partners. Alleen komen zij niet tot een akkoord. “De vakbonden torpedeerden het sociaal overleg nog voor het goed was begonnen, net omdat ze zich zegezeker voelen. Dat de PS nu zelf een voorstel in het parlement neerlegt de loonnorm los te laten is alleen maar meer koren op de molen van de vakbonden die zich nu maar weinig constructief opstellen. Het illustreert ook treffend de verdeeldheid binnen deze paars-groene regering. Als het deze regering menens is dat men de werkzaamheidsgraad wil optrekken tot 80 procent, dan maakt ze komaf met de interne onenigheid en maakt ze voor eens en altijd duidelijk aan de sociale partners dat de loonnorm niet wordt losgelaten”, besluit Björn Anseeuw.