Momenteel hebben meer dan 30.000 Oekraïense vluchtelingen een opvangplaats gekregen in Vlaanderen. Een groot deel van hen wordt nog steeds opgevangen door vrienden, familie en gastgezinnen. De oorlogssituatie, in combinatie met de barre winteromstandigheden, in Oekraïne maakt een terugkeer voor de meesten van hen voorlopig onmogelijk.

Tegemoetkomen aan hogere kosten van lokale besturen

De opvangcapaciteit in een aantal Vlaamse steden en gemeenten botst op zijn limieten. Om de creatie van nieuwe opvangplaatsen te stimuleren, past de Vlaamse Regering haar subsidies voor lokale besturen aan. Concreet zal de inflatie verwerkt worden in de subsidies voor alle publieke opvangplaatsen die lokale besturen zelf creëren. Om tegemoet te komen aan de stijgende energie- en loonkost voor lokale besturen.

Binnen de gereserveerde budgetten

De Vlaamse ondersteuningsteams die door de Vlaamse overheid werden opgericht om lokale besturen te ondersteunen bij de creatie van opvangcapaciteit, kregen de opdracht om een inventaris aan te leggen van mogelijke plaatsen waar zo’n collectieve opvang ingericht kan worden. Die worden prioritair gezocht in gemeenten waar vandaag relatief minder Oekraïners worden opgevangen. De Vlaamse overheid gaat op vraag van de Vlaamse Regering ook op zoek naar 1.000 extra opvangplaatsen in service flats, assistentiewoningen, vakantieparken, jeugdverblijven en hotels. Ook in die categorie opvangplaatsen wordt een iets hogere subsidie voorzien.

“De Vlaamse Regering heeft van bij het begin voldoende middelen uitgetrokken voor de opvang van tijdelijk ontheemden in Oekraïne. Dat zorgt ervoor dat we deze maatregelen ook binnen de al gereserveerde budgetten kunnen nemen”, laat Matthias Diependaele weten.

Met de nodige verantwoordelijkheidszin

“We blijven ons dus vanuit Vlaanderen engageren om Oekraïense nieuwkomers op te vangen. En dat doen we ook met de nodige verantwoordelijkheidszin, maar binnen het afgesproken kader van 60 procent. Bij overschrijding van dat percentage moet de nieuwe instroom prioritair naar andere gewesten gaan. Zo hinkt Wallonië achterop met het aantal plaatsen dat zij aanbieden.”