In de eerste drie kwartalen van 2022 heeft de Vlaamse overheid 34 procent minder verwijlintresten betaald in vergelijking met dezelfde periode van 2021. Een forse verbetering dus. Wanneer we kijken naar de evolutie sinds 2017 is de trend continu dalende.

Verplicht naar Vlaamse kmo’s toe

Een doorgezette digitalisering en performantie zijn de motor van die verbetering. Minister Matthias Diependaele reageert tevreden: “We hebben de reputatie een tijdige en betrouwbare betaler te zijn, en dat willen we zo houden. Als Vlaanderen zijn we dat ook verplicht naar de Vlaamse kmo’s toe,  we mogen geen vertragende factor zijn voor hun bedrijfsvoering.” 

Directe meerwaarde in crisistijd

Het belang van lagere verwijlresten is in tijden van crisis alleen maar groter, duidt Diependaele: “Een meer tijdige betaling zorgt ook voor een directe besparing via deze lagere verwijlintresten. In tijden als deze van budgettaire krapte betekent elke kost dat we kunnen vermijden een directe meerwaarde.” In vergelijking met dezelfde periode van 2021, tot en met het derde kwartaal 2022 betaalde de Vlaamse overheid 169.000 euro minder verwijlintresten.

Digitale inspanningen werpen hun vruchten af

Digitalisering is en blijft een speerpunt voor de Vlaamse Regering en dat uit zich ook in de cijfers van de verwijlinteresten. “Inmiddels verwerken we maar liefst 73 procent van alle ontvangen facturen volledig digitaal, terwijl dat begin 2015 onbestaande was. Van de resterende facturen verlopen 22,5 procent semi-digitaal, via intelligent scannen, waardoor dus slechts 4,5 procent nog manueel moet worden verwerkt. De doorgedreven digitale inspanningen van Vlaanderen werpen dus hun vruchten af”, besluit Diependaele.