De rechter kende een voorlopige schadevergoeding van 50.000 euro toe aan Eric Jonckheere, een man die opgroeide in de nabijheid van de asbestcementfabriek van Eternit en zelf aan de ongeneeslijke ziekte longvlieskanker lijdt, evenals zijn overleden ouders en broers. De rechter oordeelde dat Eternit bewust risico's heeft genomen en spreekt van 'bedrog om zichzelf een financieel voordeel te verschaffen' en 'systematische manipulaties' om de schade door asbest te verbergen. Ze gaan nu in beroep, dus de onzekerheid blijft.
Vonnis opent deuren
"Alleen als de immuniteit van asbestproducerende bedrijven verdwijnt, komen we tot een echte erkenning van de slachtoffers”, zegt Van Peel. Ze benadrukt dat het vonnis de deur opent voor andere asbestslachtoffers om procedures aan te spannen tegen Eternit en vergelijkbare bedrijven.
Belangrijk precedent
De uitspraak wordt gezien als een belangrijk precedent, aangezien de rechter Eternit veroordeelde ondanks dat de eiser al een vergoeding uit het Asbestfonds had ontvangen. Het huidige wettelijke kader legt namelijk beperkingen op aan het aanspannen van civiele procedures na ontvangst van een vergoeding uit het Asbestfonds, tenzij er sprake is van opzettelijke fouten.
Opnieuw voorstel
Maar vorige pogingen van Van Peel om die onrechtvaardigheid weg te werken, botsten telkens op liberaal verzet. “Toen we in de meerderheid zaten, werd ons voorstel geblokkeerd door het kabinet van Maggie De Block, en ook de pogingen daarna in het parlement leidden telkens tot niets. Ik zal hoe dan ook nóg een voorstel ter stemming voorleggen eind dit jaar.”