Het is de algemene regel, gewaarborgd door de Grondwet, dat rechtszaken in het openbaar gevoerd moeten worden. Een uitzondering is echter mogelijk, bijvoorbeeld om het privéleven van het slachtoffer te beschermen. Momenteel kan een slachtoffer aan de rechter vragen om de deuren te sluiten, maar de rechter is niet verplicht op die vraag in te gaan.

Schaamtegevoel bij slachtoffers verzachten

Justitiespecialiste voor de N-VA Sophie De Wit wil het principe van de openbaarheid omkeren, zodat slachtoffers van seksueel geweld niet telkens opnieuw moeten verzoeken hun zaak achter gesloten deuren te behandelen. “Voor deze slachtoffers is het vaak heel beangstigend om voor de rechtbank te verschijnen. Ze worden opnieuw geconfronteerd met de dader en de gruwelijke feiten. Wanneer er verschillende zaken op de agenda staan, zitten er soms tientallen mensen in de zittingszaal. Het is logisch dat slachtoffers van seksueel geweld niet wensen dat al deze aanwezigen getuige zijn van de zeer intieme details die ze hebben meegemaakt. Als de deuren van de rechtszaal gesloten worden, kan dat het schaamtegevoel, waarmee deze slachtoffers dikwijls kampen, toch al gedeeltelijk verzachten”, aldus De Wit.

Raad van State gaf al positief advies

De Hoge Raad voor de Justitie bracht in april 2019 een rapport uit over de betere aanpak van seksueel geweld. Een van de aanbevelingen daaruit is om in zedenzaken van de behandeling met gesloten deuren de algemene regel te maken en van de openbare behandeling de uitzondering. Die aanbeveling werd omgezet in een wetsvoorstel, dat door de N-VA naar voor wordt geschoven in de Kamercommissie Justitie. “De Raad van State heeft er reeds een positief advies over afgeleverd. Ik roep de andere partijen, in het bijzonder die van de meerderheid, dan ook op het wetsvoorstel te steunen. Het gaat om een kleine wetswijziging, die evenwel voor slachtoffers van seksueel geweld een grote ondersteuning kan betekenen,” besluit De Wit.