Wie tijdskrediet, loopbaanonderbreking, of bepaalde vormen van thematisch verlof opneemt, moet rekening houden met een minimumduur van een of meerdere maanden. “Op zich is het niet verkeerd dat deze minimumduur bestaat,” benadrukt Björn Anseeuw, “Ze biedt immers bescherming en duidelijkheid aan de werkgever, en helpt om oneigenlijk gebruik te vermijden.” Maar met het handhavingsmechanisme heeft Björn wel een probleem. “Wie het werk hervat vooraleer de minimumduur afgelopen is, moet de volledige uitkering terugbetalen aan de RVA. Dat is ook het geval indien je maar enkele dagen voor afloop van de minimumduur het werk hervat, zelfs als de werkgever akkoord gaat met het vervroegd hervatten van het werk.”

Wraakroepend

Dat deze strenge bestraffing in praktijk voor problemen zorgt, bleek ook toen in 2022 het verhaal van een jonge vrouw uit Kalmthout de media haalde. Omdat ze op vraag van haar werkgever besloot om enkele dagen voor afloop van de minimumduur terug te gaan werken in het woon-zorgcentrum, moest ze 3.000 euro – haar volledige inkomen van de laatste drie maanden – terugbetalen aan de RVA en de Vlaamse overheid. “Dat vonden wij echt wraakroepend. Mensen moeten niet bestraft worden omdat ze ervoor kiezen om te werken,” benadrukt Björn Anseeuw.
Vandaag werd in de commissie sociale zaken van de Kamer een wetsvoorstel goedgekeurd van Björn Anseeuw dat de bestaande bestraffing opheft. Het principe van de minimumduur wordt behouden, maar de handhaving zal gebeuren op een andere manier.

Principe van ouderschapsverlof

“We breiden het handhavingsmechanisme dat vandaag al toegepast wordt op het ouderschapsverlof uit naar alle andere verlofstelsels. Dat houdt in dat de werknemer de aangevraagde en niet gebruikte verlofdagen die aan het einde van de minimumduur voorafgaan, in de toekomst niet meer kan opnemen. Wie het verlof bijvoorbeeld stopzet drie dagen voor het einde van de minimumduur, kan deze drie dagen in de toekomst dus niet meer opnemen. Wie het verlof stopzet twee maanden voor afloop van de minimumduur, verliest deze twee maanden.”

Rechtvaardiger en eenvoudiger

Anseeuw wijst erop dat dit mechanisme rechtvaardiger en eenvoudiger is. “Wie de minimumduur flagrant naast zich neerlegt, wordt zo strenger bestraft dan wie slechts enkele dagen afwijkt van de minimumduur. Vandaag is dat net omgekeerd. Daarenboven wordt de regeling toegepast op alle thematische verlofstelsels en vervangt het zo het kluwen aan regeltjes allerhande.”