Het besparingspakket behandelt vier luiken:

 

1. Vermindering van de partijdotatie op alle niveaus

Concreet blijft de N-VA pleiten voor een afschaffing van de indexering van de partijdotaties die uitgaan van het nationale en het regionale niveau. Aangezien we voor dit voorstel nog nooit een meerderheid konden vinden, stellen we als tussenoplossing een indexstop voor van die partijdotaties gedurende de rest van de legislatuur. Deze maatregel op zich levert, zeker onder de huidige inflatie, al snel een structurele besparing van jaarlijks vijf miljoen euro op.

De partijdotaties vanuit de provincies ziet de N-VA dan weer het liefst volledig afgeschaft. In de provincie Antwerpen besliste de meerderheid van N-VA en CD&V aan het begin van deze legislatuur reeds om de provinciale partijdotaties af te bouwen naar nul tegen 2024. Ook andere provincies voerden al besparingen door op dat vlak, maar nog niet in diezelfde mate. De N-VA ziet de afschaffing van de partijdotaties die reeds in Antwerpen plaatsvond dan ook graag uitgebreid naar alle provincies. Dit zou in totaal neerkomen op een jaarlijkse besparing van meer dan twee miljoen euro.

 

2. Zuinigheidsnorm voor werking kabinetten en parlementen

Een besparingspost die de federale regering in haar voorstellen consequent uit de weg gaat, is de werking van de kabinetten. Niet verwonderlijk, want de federale regering telt in totaal twintig kabinetten, twee meer dan de Zweedse regering. Doordat deze regering drie extra vicepremiers telt, hebben drie van die kabinetten ook nog eens hogere werkingskosten dan tijdens de vorige legislatuur. In totaal gaat het om jaarlijks meer dan 10 miljoen euro aan extra federale werkingskosten ten opzichte van de Zweedse regering.

Als de kabinetswerking van alle niveaus (dus ook in Wallonië, Brussel, etc.) even zuinig zou zijn als op Vlaams niveau, kan er op de werkingskosten van kabinetten in totaal 20 miljoen euro per jaar bespaard worden.

Ook voor de werking van de verschillende parlementen stelt de partij een besparingstraject voor. Op Vlaams niveau wordt de bespreking van zo’n traject alvast maandag aangevat binnen het Uitgebreid Bureau. Ook hier gaat het over een potentieel totaalbedrag van meerdere miljoenen euro’s aan besparingen over alle niveaus heen.

De N-VA blijft bovendien pleiten voor een volledige afschaffing van de senaat. Iets wat meerdere partijen in het verleden al hebben bepleit en waar dus een ruime consensus over zou moeten bestaan. Dit is veruit de grootste bezuiniging die snel op het politiek apparaat kan gebeuren. In totaal valt zo een jaarlijks totaalbedrag te besparen van maar liefst 44 miljoen euro.

 

3. Indexsprong op verloning ministers en parlementsleden

De N-VA stelt ook een indexsprong voor op de verloning van ministers en parlementsleden. Op Vlaams niveau alleen brengt dit 0,5 miljoen euro op.

 

4. Vermindering aantal parlementsleden

De N-VA is van mening dat de grootste besparing op politici evenwel moet gebeuren via een vermindering van het aantal parlementsleden. Zo betekent een verlaging van het aantal parlementsleden op Vlaams niveau van 124 naar 100 een besparing van zo’n vijf miljoen euro. Dit bedrag kan nog sterk verhoogd worden als ook de andere parlementen hun verantwoordelijkheid nemen.

Uiteraard blijft de N-VA voor de langere termijn pleiten voor een confederale hervorming, wat het aantal parlementsleden nog veel forser zou doen dalen.

In totaal kan dit pakket al snel leiden tot een structurele besparing van jaarlijks 75 miljoen euro op de werking van het politieke apparaat. Veel van deze besparingen zijn bovendien in het nadeel van de grootste partijen, dus men kan de N-VA niet verwijten dat ze voorstellen doet vanuit het eigen belang.

De N-VA hoopt dat de federale regeringsonderhandelingen zich niet beperken tot enkele symbolische besparingsmaatregelen die amper geld opbrengen en feitelijk vooral dienen om te verhullen dat de Belgische federale begroting onder Vivaldi zowat de meest problematische is geworden van de hele Europese Unie.