Een paar dagen geleden pleegde een jonge puber zelfdoding. Voor zijn familie en vrienden stond de tijd op dat ogenblik stil. Zo niet voor de pers. Nauwelijks een paar uur later verschenen de eerste online berichten. Die berichten maakten meteen duidelijk dat er te vaak geen rekening gehouden werd met de mediarichtlijnen voor kwaliteitsvol en correct berichten over zelfdoding. Integendeel. Nochtans kwamen deze mediarichtlijnen tot stand in overleg met de Vlaamse Vereniging van Journalisten en de Raad voor de Journalistiek. Helaas loopt het wel vaker fout met berichtgeving over zelfdoding. Wie herinnert zich niet de berichtgeving bij het overlijden van Steve Stevaert? Of de sterk gemediatiseerde zelfdoding van Yasmine? Te vaak lijkt de reflex om snel spectaculair nieuws te brengen te sterk voor de media. En dat is niet alleen jammer, het is gevaarlijk.

Waarom hebben we mediarichtlijnen nodig?

Laat me meteen een misopvatting uit de wereld helpen: de mediarichtlijnen zijn er niet om berichtgeving over zelfdoding te stoppen of onmogelijk te maken. De mediarichtlijnen zijn er wél om te voorkomen dat de berichtgeving de kans op kopieergedrag vergroot of zelfdoding als een logische, aanvaardbare oplossing neerzet. Dat dit risico bestaat is overigens niet zomaar een aanvoelen of een vermoeden, maar wordt zonneklaar aangetoond in meer dan honderd wetenschappelijke artikels en studies.

Blind en doof voor deze wetenschappelijke evidentie, roepen journalisten en redacties nogal gemakkelijk het 'maatschappelijk belang' in om vrij en ongebonden over zelfdoding te kunnen berichten. Maar kan iemand me eens uitleggen wat het maatschappelijk belang is van bijvoorbeeld een beeldfragment van 17 seconden waarin de plaats van de zelfdoding nauwkeurig en herkenbaar in beeld gebracht wordt? Of van het weergeven van een laatste sms-bericht? Of van het vermelden van de precieze voornaam en leeftijd? Voor mij is het duidelijk: dat hogere maatschappelijke belang is er niet. Het brengen van dit soort details komt hooguit tegemoet aan de neiging van vrijwel iedereen om nieuwsgierig te zijn naar dit soort details, maar dat is nu niet meteen wat ik versta onder een hoger maatschappelijk belang.

Bij de zelfdoding van begin deze week werd als tweede verdedigingslinie opgeworpen dat de uitvoerige berichtgeving de nodige achtergrond bood om het te hebben over het fenomeen van sexting. Ook dit is larie en apekool. Het is uiteraard goed dat er aandacht aan sexting wordt besteed, maar dit kan evenzeer met respect voor de mediarichtlijnen.

Hoe moeilijk is het om de mediarichtlijnen vanaf de allereerste berichten te respecteren?

Maar wat vragen de mediarichtlijnen nu precies? Wel, zoveel is dat niet. Ik zet het even op een rij.

Geef juiste informatie in een niet-sensationele context

Er is haast nooit maar één reden voor zelfdoding. Zelfdoding volgt aan het einde van een suïcidaal proces waarin er uiteraard een uitlokkende factor is, maar waarbij het steeds om een complex samenspel van meerdere factoren gaat. De directe aanleiding als verklaring voor de zelfdoding naar voor schuiven, vergroot sterk het risico op kopieergedrag.

Geef hoop

Zelfdoding is extreem oplossingsgedrag. Wie over zelfdoding schrijft, wordt gevraagd duidelijk te maken dat andere oplossingen mogelijk zijn: het vergroten van het sociaal netwerk waarin men zit, het zoeken van professionele hulp, praten over problemen ... Dit kunnen allemaal onderdelen zijn van alternatieven voor zelfdoding. Ook het vermelden van crisishulp als de Zelfmoordlijn 1813 kan hier een onderdeel van zijn, maar is op zich niet voldoende.

Beperkt het bereik en de hoeveelheid van de berichtgeving

Wellicht het moeilijkst om aan te weerstaan voor een journalist is de verleiding om hele krantenkolommen of webartikels te vullen met alle mogelijke details van de zelfdoding en de methode, met foto's en beeldfragmenten, citaten uit eventuele afscheidsbrieven ... Dit botst niet alleen met het recht op privacy, maar vergroot de kans op een sterke identificatie waardoor de drempel om dezelfde 'oplossing' te kiezen, verder verlaagt voor wie al kwetsbaar is.

Liever argumenten dan sentimenten

Vlaanderen worstelt met hoge zelfdodingscijfers: dagelijks plegen drie mensen in Vlaanderen zelfdoding, ongeveer 30 personen ondernemen een poging. Het Vlaams Actieplan Suïcidepreventie bundelt alle preventiestrategieën die moeten bijdragen tot het terugdringen van deze veel te hoge cijfers. Ook de mediarichtlijnen kunnen een sterk instrument zijn in de preventie van zelfdoding, maar dan moeten journalisten de mediarichtlijnen niet zien als beperkingen maar als kansen om levens te redden. De voorbije dagen werd duidelijk dat dit inzicht er te vaak niet is.

Ik ben doorgaans iemand die in het politieke debat kiest voor argumenten en zich ver houdt van sentimenten. Omdat ik merk dat sommige journalisten blijkbaar geen oor hebben naar argumenten, gooi ik het uit noodzaak eens over een andere boeg. Aan elke journalist die de voorbije dagen over de zelfdoding van de jonge puber schreef, wil ik graag één simpele vraag stellen: 'Zou u écht exact hetzelfde artikel geschreven hebben als u wist dat uw eigen zoon of dochter worstelde met zelfdodingsgedachten?'

Wie vragen heeft over zelfdoding, kan anoniem contact opnemen met de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be.