De schrik voor juridische procedures zit er immers diep in: leerkrachten voelen zich vaak verplicht om veel documentatie te verzamelen over leerlingen, zodat ze een eventueel B- of C-attest uitgebreid kunnen verantwoorden. Dat zorgt voor een gigantische planlast, en scholen moesten tot nu ook opdraaien voor de gerechtskosten als een beslissing toch aangevochten werd.
Respect voor oordeel leerkrachten
Dat verandert nu. Weyts heeft de bewijslast al omgedraaid: voortaan moet de klassenraad in een beroepsprocedure niet bewijzen dat bijvoorbeeld een B- of een C-attest terecht is, ouders moeten bewijzen dat het onterecht was. Het zogenaamde ‘vermoeden van deskundigheid’. En als er toch een rechtszaak van komt – jaarlijkse gemiddeld 10 tot 20 keer - dan kunnen scholen beroep doen op het nieuw juridisch fonds. “Wij staan aan de kant van de leerkrachten, in woord en in daad”, zegt Weyts. “Het is tijd dat we meer waardering opbrengen voor leerkrachten. Dat betekent ook dat we respect tonen voor hun oordeel. En dat we directies onnodig papierwerk en zorgen over gerechtskosten besparen”.
Tot 10.000 euro
Scholen kunnen nu via een online formulier tot 10.000 euro tussenkomst bekomen voor gerechtskosten die ze hebben moeten maken omdat ouders procederen tegen beslissingen van de klassenraad of wanneer de school tussenkomt in juridische procedures wanneer een leerkracht slachtoffer werd van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag. Concreet kan het gaan om de advocatenkosten, de procedurekosten (zoals de griffie- en de registratierechten) en de rechtsplegingsvergoeding. Scholen kunnen vanaf nu juridische kosten aanbrengen die teruggaan tot september 2023.
Waardering
“Ik wil dat we tonen aan leerkrachten dat we hen waarderen. We waarderen hun werk én de oordelen die ze vellen bij evaluaties”, zegt Weyts. “Het is dan ook logisch dat we aan hun kant staan. En dat we hen verdedigen als hun oordeel, of zijzelf, worden aangevallen. Er moet een absolute nultolerantie zijn voor geweld tegen leerkrachten, net zoals we geweld tegen agenten ook niet kunnen tolereren”.