Vandaag sluit voor de eerste keer in dit land een grote kernreactor voor elektriciteitsproductie. Definitief als het van minister Van der Straeten (Groen) en Engie afhangt. Sinds de opstart in 1982 werd in Doel 3 bijna 270 TWh koolstofarme stroom opgewekt. In 2021 was de centrale goed voor het jaarverbruik van ongeveer 2,2 miljoen gezinnen. Daar dreigt nu finaal een einde aan te komen.

Nochtans is een toekomst voor de reactor wel mogelijk. In de huidige crisistijd is het meer dan ooit de uitdaging om onze energievoorziening zo veel mogelijk in eigen handen te houden en minder een speelbal te zijn van de energiepolitiek van andere landen en mogendheden. Om minder afhankelijk van fossiele energie te zijn. Net als in de jaren 60, bij de bouw van de eerste kerncentrales in dit land, staat meer dan ooit centraal dat we ook niet of niet alleen willen afhangen van fossiele energie. In de jaren 60 omdat men vreesde dat die op zou raken, in de jaren 70 met de ervaring van de oliecrisis achter de kiezen, daarna in de wetenschap dat de klimaatgevolgen van die fossiele energie ons stevig in de problemen brengen, en vandaag omdat we worden geconfronteerd met een aardgascrisis die onze gezinnen en bedrijven nog heel lang dreigt te geselen. Is dit dan het moment om definitief afscheid te nemen van dergelijke productie, bovenop wat in de gaswereld onze richting blijft uitkomen?

Binnen de federale regering is men dan ook heel duidelijk over het vooruitzicht. Premier De Croo (Open Vld) waarschuwde voor vijf tot tien moeilijke winters, en minister van Energie Van der Straeten wijst er fijntjes op dat we Doel 3 goed hadden kunnen gebruiken deze winter. Als het van haar partij afhing, hadden we het vandaag overigens met vijf kerncentrales minder moeten doen. De levensduur van Tihange 1 en Doel 1 en 2 zou immers nooit verlengd zijn, Doel 3 en Tihange 2 waren, na de problemen met de waterstofinsluitsels, nooit heropend. De situatie had er wellicht nóg penibeler uitgezien… En de vraag is dan ook of dat ook het vooruitzicht is dat ons binnenkort te wachten staat. Een historische, strategische blunder ligt ons op te wachten op die weg.

Net daarom is het onherroepelijk verschroten van een kerncentrale op pakweg twee derde van haar levensduur een schoolvoorbeeld van verspilling. Terwijl gelijkaardige kerncentrales in Europa zestig jaar mogen draaien (kijk maar even een paar kilometer over de grens) en die in de VS richting tachtig jaar gaan, is zelfs het onderzoeken van een levensduurverlenging niet aan de orde voor de huidige regering. Een verlenging van Doel 3 doe je natuurlijk niet met een druk op de knop, zodat die zaterdag verder draait waar vrijdag de elektriciteitsproductie stilvalt. Er zou een onderzoek moeten worden opgestart om ervoor te zorgen dat brandstof wordt besteld, verlengingswerkzaamheden uitgewerkt, en een goedkeuring van het FANC om met respect voor de nucleaire veiligheid opnieuw stroom te kunnen produceren. ‘Onmogelijk’ noemt men dat scenario bij Engie. Dat klinkt overigens bekend. Eind vorig jaar zei de exploitant namelijk exact hetzelfde over een verlenging van Doel 4 en Tihange 3 om een half jaar nadien een (niet-bindende) overeenkomst te tekenen waarin staat… dat het plots wél kan.

Het zou overigens een pak voordelen opleveren: koolstofarme stroom die niet afhankelijk is van de permanente aanvoer van aardgas en evenmin de speelbal is van de extreme prijsstijgingen die we in die markt hebben gezien. Samen met een pak hernieuwbare energie kunnen we daar schone stroom mee produceren, die eveneens geschikt is om ook de productie van waterstof op gang te trekken. We hebben allemaal de mond vol van het elektrificeren van vervoer, verwarming en zelfs van ons industrieel weefsel. Een teveel aan stroom is dan niet onze voornaamste uitdaging, lijkt het.

Maar men moet het willen. En daar zit natuurlijk de knoop in het hele verhaal. In de eerste plaats moet de federale regering de verlenging willen en aan tafel gaan met de exploitant hierover. De centrale niet tot schroot herleiden en stappen zetten om vervolgens naar de heropening van de centrale te kunnen gaan. Met zeven partijen zijn er binnen Vivaldi wellicht bijna evenveel meningen over dit verhaal te vinden. Een deel van de regering wil wel, maar wordt teruggefloten door een ander deel van de regering, waarna ook dat deel weer op de vingers wordt getikt. Allemaal in het voordeel van hen die de kernuitstap als een ideologische overwinning zien. De prijs daarvan betalen we straks allemaal.