In Brussel is de aanpak van de georganiseerde misdaad helemaal geen prioriteit. In het vorige Brussels Veiligheidsplan was georganiseerde misdaad wel nog een prioritair thema, in het nieuwe plan 2021-2024 niet meer. "Ik heb Rudi Vervoort meermaals gewaarschuwd voor criminele bendes en georganiseerde misdaad in Brussel. Hij reageert steevast laconiek. Voor de zomervakantie zei hij nog: 'De gewelddadige criminaliteit neemt over het algemeen af en er zijn geen objectieve aanwijzingen voor een aanzienlijke toename van de activiteit van georganiseerde bendes op het Brusselse grondgebied.' Wat een nonsens", zegt Vanden Borre.

Georganiseerde misdaad heeft zich steeds dieper in maatschappelijk weefsel genesteld

Daarnaast zijn er ook Brusselse beleidsmakers – en academici – die het bestaan van stads- en drugsbendes in Brussel minimaliseren. “Dat heeft ervoor gezorgd dat de georganiseerde misdaad zich ongehinderd steeds dieper in het maatschappelijke weefsel heeft kunnen nestelen. Niet alleen de horeca is een gevoelige sector voor infiltratie van georganiseerde criminaliteit, maar ook massagesalons, autoverhuurbedrijven, carwashes, goudwinkels, sportclubs en zelfs de Brusselse Vroegmarkt, waar onlangs een aanzienlijke hoeveelheid cocaïne werd ontdekt”, stelt Vanden Borre vast.

Schietpartijen en oplaaiend straatgeweld

Ondertussen kreeg Brussel ook opnieuw te maken met oplaaiend straatgeweld. In oktober werd Molenbeek geteisterd door meerdere schietpartijen. Bij drie van de vier schietincidenten viel er telkens een slachtoffer. “De incidenten doen ons denken aan de woelige zomermaanden van vorig jaar. Toen vonden er heel wat afrekeningen binnen het drugsmilieu plaats in de Brussels straten, dat gelinkt werd aan rivaliserende drugsfamilies die al maanden een territoriale oorlog uitvochten om de drugshandel in handen te krijgen. Ook toen gingen de ogen niet open bij de Brusselse bestuurders”, aldus Vanden Borre.

Versnippering werkt in voordeel criminele bendes

Dat het crimineel netwerk er tot nu toe in geslaagd was grotendeels onopvallend te blijven, is deels te wijten aan het feit dat het Gewest geen nauwkeurig beeld kan vormen van de georganiseerde misdaad in Brussel. “De meerwaarde van de gewestelijke veiligheidsinstelling Brussel Preventie & Veiligheid (BPV) is helaas nog niet aangetoond. Het lijkt gewoon een extra laag crème fraîche bovenop de Brusselse millefeuille. Bovendien werkt de versnippering tussen het Brussels Gewest, de gemeente en de zes politiezones in het voordeel van criminele bendes. Nochtans zou het Brussels Gewest met een optimale kennis over het fenomeen efficiënter maatregelen nemen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad”, besluit Mathias Vanden Borre.