Belgische industriële productie daalt fors

De hervorming zou neerkomen op een algemene verhoging van de belastingvrije som, gebudgetteerd op ruim 4 miljard euro. Maandelijks zou dat voor werknemers zo’n 50 euro netto extra betekenen. Een veel bescheidener bedrag dan eerder werd gecommuniceerd, maar dat zijn we van deze regering en de aan haar gelieerde partijvoorzitters ondertussen gewoon. Over hoe deze hervorming precies gefinancierd dient te worden, bleef het vanuit Vivaldi-hoek voorlopig stil. Nu de plannen in de publieke ruimte opduiken, begrijpen we ook waarom: werknemers moeten er in ruil heel wat bestaande voordelen voor opgeven. En het zijn de Vlaamse ondernemers die, alweer, de rekening gepresenteerd krijgen.

Terugval Belgische productie

Kennelijk dringt binnen Vivaldi niet door hoe broos ons economisch weefsel vandaag is. Groot en klein, zo goed als alle ondernemingen kregen de voorbije tijd te kampen met veel turbulentie. Eerst was er de covidpandemie, die voor een tijdelijke stilstand van de economie zorgde. Bepaalde sectoren werden structureel en zelfs existentieel uitgedaagd. Dankzij forse financiële steunpakketten van de Vlaamse Regering werd het ergste vermeden, maar het is een klap waarvan onze economie nog steeds niet volledig hersteld is.

Eenmaal de heropleving van onze economie goed en wel ingezet leek, viel Poetin tot overmaat van ramp Oekraïne binnen. Met fors hogere energiefacturen voor onze gezinnen en bedrijven als gekend gevolg. Die schok trof de hele Europese economie, maar lijkt in België zwaardere gevolgen te hebben dan elders. Een blik op de laatste Europese productiecijfers spreekt boekdelen. De Belgische industriële productie lag in augustus ruim tien procent lager dan in dezelfde periode vorig jaar. Een ongeziene terugval die in geen enkel ander Europees land wordt opgetekend.

Die zorgwekkende evolutie duidt erop dat bedrijven hier, meer dan in andere Europese landen, (tijdelijk) de deuren sluiten, minder produceren of bepaalde processen stilleggen wegens te hoge kosten. Ons land bevindt zich dan ook in een uniek kwetsbare positie: België telt relatief veel energie-intensieve bedrijven, voor wie de verhoogde energieprijzen zwaarder doorwegen. Te vrezen valt dat die terugval van productie niet louter tijdelijk is. In tegenstelling tot een schakelaar zet je die bedrijven en processen niet zomaar aan en uit in een vingerknip. Structureel welvaartsverlies dreigt.

Vlaamse ondernemer betaalt

Daarbovenop krijgen ondernemingen in dit land nog een andere factuur gepresenteerd. Dankzij de automatische indexering van de brutolonen blijft de koopkracht van werknemers weliswaar goed beschermd, maar de rekening daarvan valt wel volledig ten laste van de ondernemers. In de ons omringende landen wordt die schok minstens tijdelijk gedeeld.

Onder de Zweedse regering slaagden we er nog in om onze historische loonkostenhandicap volledig weg te werken. Maar die handicap dreigt nu erger dan ooit terug te keren. Volgens de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) zullen Belgische werkgevers de komende jaren gemiddeld 5,8 procent meer kosten hebben per werknemer in vergelijking met onze buurlanden. Het competitiviteitsverlies door die nieuwe handicap is immens en dreigt ons heel wat jobs en welvaart te kosten.

Dit alles wetende, zou men dus verwachten dat bij een fiscaal hervormingsplan op zijn minst wordt nagedacht over hoe die uniek hoge kosten voor onze ondernemers gedrukt kunnen worden. Ter bescherming van onze economische welvaart. Helaas is het tegendeel gebeurd. Bovenop de energiefactuur en de loonkostenfactuur stelt Van Peteghem nu nog een derde factuur voor. Het gaat om twee miljard euro aan compensaties die gezocht worden bij ondernemingen en zelfstandigen. Die haalt men via verschillende ingrepen: minder vrijgestelde bedrijfsvoorheffing, verminderde vennootschapsaftrekken, zwaarder belaste tankkaarten, voordelen voor starters en groeibedrijven die verdwijnen, pensioenregelingen en optieplannen die ingeperkt worden, enzovoort. In ruil voor al die nieuwe kosten krijgen de ondernemers … helemaal niets.

En kenmerkend voor deze regering: die maatregel treft Vlaanderen disproportioneel hard. Relatief gezien kent Vlaanderen immers veel meer ondernemingen dan Wallonië en zelfs Brussel. Het blijft opvallend hoe weinig respect deze Vivaldi-regering toont voor de veelal Vlaamse ondernemers die onze welvaart creëren. Het staat in schril contrast met de wellust waarmee ze die verdiende rijkdom herverdeelt richting groepen die niet bijdragen aan de welvaartstaat.

Voordelen alle aard

Men zou de redenering kunnen maken dat ondernemers vaak ook loontrekkend zijn en dus mee kunnen genieten van de 50 euro per maand extra die de hervorming belooft. Maar ook dat zou wel eens kunnen tegenvallen. In het voorstel zet men immers het mes in de voordelen van alle aard. Wie een telefoon- en internetabonnement, gsm, laptop of tankkaart van het werk krijgt, moet daar fors op inleveren. Het zijn werknemers met een gemiddeld loon, zelfstandigen en ondernemers die de schrapping van die voordelen het meest zullen voelen. Hun 50 euro per maand extra lijkt zo al snel te verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Van Peteghems voorstel om louter via een verhoging van de belastingvrije som te werken, heeft overigens ook wel wat nadelen. Zo wordt de promotieval niet aangepakt. Wie vandaag werkt en morgen opslag krijgt of meer werkt, zal nog steeds onnoemelijk veel sneller dan in onze buurlanden in de hoogste belastingschaal terechtkomen, en dat tegen een van de hoogste tarieven van heel de Europese Unie.

Deze hervorming vindt bovendien plaats in een context waar het Internationaal Monetair Fonds (IMF) de alarmbellen luidt over onze begroting. België is op weg naar het grootste structurele tekort van heel Europa. Ook bij de budgettaire samenstelling van deze hervorming kunnen opnieuw vraagtekens geplaatst worden. Zo wil de regering een half miljard euro extra halen door een betere inning van de btw, en nogmaals 200 miljoen euro via onzekere extra opbrengsten uit accijnzen. Bijna een derde van de financiering van het plan bestaat dus uit posten die traditioneel voluntaristisch ingevuld worden om een begroting te doen kloppen. Nochtans zagen we onlangs in het Verenigd Koninkrijk hoe de financiële markten slecht gefinancierde begrotingsplannen onverbiddelijk afstraffen.

De hervorming, die deels op rekening van de regio’s gebeurt, dreigt bovendien een nieuwe molensteen te zijn voor de financiën van Brussel en Wallonië. Zij kampen vandaag al met gigantische tekorten. Rapport na rapport wordt het Rekenhof, de onderzoeksinstelling voor de begroting, kritischer.

Zweedse regering

In plaats van een fiscale hervorming door te duwen die voor de meeste werknemers weinig voelbaar zal zijn en die er hoofdzakelijk komt op kap van onze Vlaamse ondernemers, gaat men beter een andere richting uit. Men hoeft niet ver in het verleden terug te gaan voor een voorbeeld van hoe het wel moet. De Zweedse regering ondernam op initiatief van minister van Financiën Johan Van Overtveldt een belastinghervorming die dubbel zo groot was als wat vandaag voorligt. Een hervorming waarvan zowel werknemers als ondernemers de vruchten plukten, via een netto loonsverhoging enerzijds en een bruto loonkostendaling anderzijds. Ondanks de kritiek destijds, ging die hervorming gepaard met een gezonde begroting. De laatste door de N-VA gestemde federale begroting sloot af met een minimaal tekort van 0,3 procent van het bbp.

Dat alles was mogelijk door slimme besparingen, gekoppeld aan hervormingen op de arbeidsmarkt en het pensioenstelsel. Zo werd de vergrijzingsfactuur onder de Zweedse regering gehalveerd. Een bonus die helaas door deze regering opnieuw volledig verkwanseld is. Arbeidsmarkthervormingen zorgden voor een bovengemiddelde jobgroei in vergelijking met de economische groei. De koopkracht steeg structureel. Onze parameters destijds gaven dit land de reputatie van een goed draaiende economie in Europa. Vandaag, onder de regering-De Croo, worden we gezien als een would-be Scandinavische welvaartstaat die zich met haar Zuid-Europese parameters de uitgaven die dat vergt in de verste verte niet meer kan permitteren.

Terug naar de tekentafel is dus de boodschap. Voor een hervorming die eerst welvaart creëert en ze dan pas verdeelt. Voor een hervorming die onze Vlaamse ondernemingen in deze moeilijke tijden zuurstof geeft, en niet verder de adem afnsijdt. Voor een hervorming die onze economie op een duurzame manier performanter maakt. De Zweedse regering bewees dat het mogelijk is.

Meer lezen? Abonneer u hier op de LinkedIn-nieuwsbrief van Bart De Wever over belangrijke economische vraagstukken en uitdagingen in Vlaanderen en de wereld.