Het Laatste Nieuws publiceerde op de laatste dag van de advent een opmerkelijk interview met PS-voorzitter Paul Magnette. De ongekroonde regeringsleider van Vivaldi verzet zich er tegen de zogenaamde “politiek correcte visie in Vlaanderen” inzake economisch beleid. Op zijn gekende minachtende wijze tracht hij de Vlaamse lezer ervan te overtuigen dat niet de welvaartscreërende agenda van de N-VA de economische weg toont die dit land moet bewandelen, maar wel het programma van de PS, dat Wallonië al gedurende decennia tot een van de slechtst presterende Europese economische regio’s maakt.

Magnette deinst er in zijn betoog niet voor terug om te strooien met een hoop economische onwaarheden om zijn punt kracht bij te zetten. Als leider van de oppositie kan ik de fictie die hij verkondigt dan ook niet zomaar onbeantwoord laten. Zelfs niet in de kerstperiode. Ik trakteer u bij deze dus graag op een korte bloemlezing van zeven fundamentele onwaarheden die Magnette de Vlaming voorschotelt en waarom ze nergens op slaan.

Onwaarheid 1: “De budgettaire ontsporing kwam er door de regering Martens-Gol en Zweeds.”

De Zweedse regering erfde een federaal tekort boven de Europese drempelwaarde van zo’n 3,1 procent bbp. De laatste begroting die de N-VA federaal stemde had nog een tekort over van amper 0,7 procent bbp. De vermindering van het tekort werd uitsluitend gerealiseerd door een beperking van de overheidsuitgaven. Die besparingen op de uitgaven waren voldoende groot om tegelijkertijd ook een belastingverlaging door te voeren voor werkenden en ondernemers, zoals de onderstaande grafiek van het Planbureau duidelijk aantoont. Volgens de Nationale Bank verbeterde onder de Zweedse Regering bovendien ook het primair saldo, het verschil tussen uitgaven en inkomsten exclusief de rentebetalingen, met meer dan 5 miljard euro.

De Vivaldi-regering maakt nu helaas de omgekeerde beweging. De belastingdruk stijgt en vooral ook de uitgaven gaan opnieuw pijlsnel de lucht in. Het gevolg: in plaats van een land dat door internationale organisaties geroemd werd voor zijn moedige economische hervormingen, zoals onder Zweeds het geval was, worden we nu door zowel de OESO, het IMF als de Europese Commissie beschouwd als het grootste zorgenkind van de Westerse Wereld, met een begrotingstekort dat door geen enkel Europees land wordt geëvenaard.

Had de Zweedse Regering nog beter kunnen doen? Vanzelfsprekend. Een van onze grote frustraties vorige legislatuur was het gebrek aan wil bij Kabinet-Peeters om het gesloten regeerakkoord volledig uit te voeren en nog verder door te duwen met bijvoorbeeld noodzakelijke arbeidsmarkthervormingen. Zelfs het louter degressief maken van werkloosheidsuitkeringen werd destijds geblokkeerd, terwijl de cd&v zich sinds kort plots als voorstander profileert van een beperking in de tijd, zoals wij al jàren vragen. Dat is op zijn zachtst gezegd frustrerend. Maar zelfs ondanks de frustraties die er toen waren, kon de Zweedse Regering uitpakken met economische cijfers waar de huidige regeringsleden niet eens meer van durven dromen.

Onwaarheid 2: “Het kleine Zweeds tekort was artificieel, want de vennootschapsbelasting werd hervormd zonder compensatie”

De komende drie jaar ziet het Planbureau de vennootschapsbelasting 3,5 procent van het bbp opbrengen. Dat bedroeg in 2014, voor de hervorming door Zweeds, slechts 3,2 procent van het bbp. Er is dus hoegenaamd geen kaalslag in de ontvangsten, zoals de PS telkens beweert. De Zweedse regering voerde een lager nominaal tarief in, en schrapte in ruil daarvoor enkele compensaties.  De hervorming was zeer evenwichtig.

Ondertussen zien we de Vivaldi-regering evenzeer fiscale voordelen schrappen, maar wel zonder enige compensatie, waardoor de belastingdruk toeneemt. De Vlaamse ondernemers dreigen bovendien in de hervormingsplannen van minister Van Peteghem de absolute melkkoe te worden voor wat slechts een minimale verlaging van de personenbelasting dreigt te worden.

Onwaarheid 3: “De taks shift bracht niet 1 job op”

In 2019 hadden ruim 300.000 meer mensen in dit land een job dan in 2014, mede dankzij het versterkte ondernemersklimaat onder de Zweedse regering. De bedrijfsbelasting en arbeidsmarkt werden hervormd en de loonkostenhandicap ten opzichte van onze buurlanden werd volledig weggewerkt door brutoloonkostenmatiging en lastenverlagingen. De jobgroei per eenheid economische groei lag een stuk hoger dan in het verleden én hoger dan in de buurlanden. Élke serieuze arbeidsmarktexpert erkent dan ook dat de genomen Zweedse maatregelen een significant positieve impact hadden op de jobgroei.

Onwaarheid 4: “Vivaldi creëerde al 200.000 jobs deze legislatuur”

De regering-De Croo zit volgens haar eigen cijfers voorlopig aan netto 186.000 bijgekomen jobs. Maar daarbij dient vermeld dat de regering van start ging te midden van de covidcrisis en het Planbureau de jobgroei na die postcovidheropleving de komende twee jaar terug ziet dalen tot een historisch laag tempo, ruim onvoldoende om het globale jobgroeicijfer van de Zweedse regering ook maar enigszins te evenaren.

Bovendien gebeurde de jobcreatie onder Zweeds voor meer dan 90 procent in de private sector. Het aandeel in de jobcreatie van gesubsidieerde overheidsbanen ligt onder de regering-De Croo meer dan 30 procent hoger dan onder Zweeds.

Onwaarheid 5: “De werkzaamheidsgraad is onder Vivaldi gestegen naar 71,4 procent”

In de Europese Unie bedraagt de gemiddelde werkzaamheidsgraad dit jaar 73,1 procent, een stijging van 0,4 procentpunt ten opzichte van 2019. België klokt volgens de officiële cijfers van Eurostat af op slechts 70,6 procent. Dat is een toename van amper 0,1 procentpunt in vergelijking met 2019.

De Vlaamse werkgelegenheidsgraad groeit wel sneller dan het Europees gemiddelde, maar de optelsom met andere regio’s zorgt voor het zwakke Belgische cijfer. De kloof met de rest van Europa wordt dus niet kleiner, maar net groter. Dit verkopen als een economische verwezenlijking van de Vivaldi-regering, is dus hoogst bedenkelijk. Zeker als politicus uit het Zuiden van het land, waar men door het steeds gullere federale werkloosheidsbeleid eerder achteruit dan vooruit beweegt.

Onwaarheid 6: “De kloof tussen niet werken en werken werd onder Vivaldi groter”

De Zweedse regering heeft met de N-VA het nettoloon voor wie werkt fors verhoogd, met de grootste winst voor mensen die werken aan een bescheiden loon. Het beleid van de regering-De Croo focuste zich vooral op wie niet werkt. Langdurig werklozen en mensen op een leefloon zagen hun uitkeringen een stuk forser stijgen dan de index. Bovendien werden de sociale voordelen voor die groepen ongezien uitgebreid: van een sociaal tarief voor elektriciteit en gas tot zelfs extra overheidssteun voor hun telecomfactuur.

De expertgroep Koopkracht van de regering zélf berekende dit jaar dat door die zogenaamde sociale maatregelen enkel het laagste inkomensdeciel, dat hoofdzakelijk bestaat uit langdurig werklozen, zijn koopkracht netto fors zag stijgen. De inkomensdecielen daarboven, bestaande uit mensen die gaan werken voor een lager loon, zagen daarentegen hun koopkracht netto dalen. De drempel om te gaan werken werd met andere woorden verhoogd, wat verklaart waarom veel zelfs goedbetaalde jobs vandaag zeer moeilijk ingevuld geraken.

Onwaarheid 7: “Parttime jobs zijn amper een opstap naar voltijds werk”

Onderzoek heeft al voldoende aangetoond dat het beter is voor werkzoekenden om uitzendarbeid of vrijwilligerswerk aan te nemen dan louter uitkeringsafhankelijk te blijven. Het faciliteert de integratie binnen hun gemeenschap en op de arbeidsmarkt en verhoogt zo ook de kans op opwaartse mobiliteit richting een vaste job. Als overheid zouden we parttime werk dus moeten aanmoedigen, in plaats van het signaal te geven aan mensen dat het de moeite niet waard is.

Het is stuitend dat de leider van een regio waar de werkloosheid bij kwetsbare groepen bij de hoogste van Europa behoort zo’n gedateerde visie op arbeidsmarkt blijft vooropstellen. Het is geen toeval dat acht van de tien Waalse steden of gemeenten met de hoogste werkloosheidsgraad worden bestuurd door een PS-burgemeester.

Conclusie

“Tout va très bien madame la marquise”, lijkt de boodschap van de PS-voorzitter te zijn. België is volgens hem op weg om het “Zweden aan de Noordzee” te worden. Maar met de slechtste begroting en de laagste economische groei van Europa, een stilvallende arbeidsmarkt, een stijgende rente en een toenemende schuldenberg lijkt Magnette vooral het Noorden kwijt te zijn.

De PS wil het falende beleid dat al decennia wordt toegepast in Wallonië opleggen aan de Vlaming. Hij wil “geen Vlaamse hervormingen” en noemt de Vlaamse partijen “selectief doof”. Vivaldi zal de rit tot 2024 uitrijden en de PS doet nadien het liefst gewoon verder. Dat is op zich niet verrassend, want nooit kende dit land een regering die het PS-programma zo volgens de letter uitvoerde als de regering-De Croo. Het staat in schril contract met de programma’s van sommige Vlaamse partijen die deze regering ondersteunen. Die lijken eerder ritueel verbrand.

Dat de Vlaamse steun voor Vivaldi II na 2024 nog een veel kleinere minderheid zou kunnen vormen dan nu al het geval is, maakt Magnette geen barst uit. Ook dat is op zich weinig verrassend. Maar het ergste is dat ook geen enkele Vlaamse Vivaldi-partij al heeft ontkend om ook na 2024 in een regering te stappen met een Vlaamse minderheid. Integendeel. Als de extremen straks goed scoren, zal men dat dankbaar aangrijpen als het perfecte excuus om in een tweede Vivaldi-legislatuur de Vlaamse welvaart verder te hypothekeren.

Alleen een sterke N-VA biedt een duidelijk alternatief: in plaats van te berusten in de gestage achteruitgang, moeten we werk maken van een confederale ommezwaai die de Vlaming het economisch beleid geeft waarvoor hij of zij stemt. De werkelijkheid zal dan vanzelf uitwijzen of het Noordelijke N-VA-model, dan wel het Zuidelijke PS-model uiteindelijk het juiste blijkt te zijn. Magnette lijkt alvast zeker van zijn stuk. Ik ben dat evenzeer. Wat houdt ons dan nog tegen om elk onze eigen koers te varen op de gebieden waar we dat als regio’s opportuun achten?

Meer lezen? Abonneer u hier op de LinkedIn-nieuwsbrief van Bart De Wever over belangrijke economische vraagstukken en uitdagingen in Vlaanderen en de wereld.