De 16 Brusselse sociale huisvestingsmaatschappijen hebben als voornaamste maatschappelijk doel om sociale woningen te bouwen en ter beschikking stellen van mensen in precaire situaties. Zij beheren samen meer dan 39.000 sociale woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Uit een antwoord van de bevoegde staatssecretaris blijkt nu dat deze huisvestingsmaatschappijen voor het begrotingsjaar 2019 gezamenlijk beschikken over een vermogen van maar liefst 617 miljoen euro, met als uitschieters De Lakense Haard (107 miljoen), De Brusselse Woning (63 miljoen) en De Anderlechtse Haard (62 miljoen). Zij hebben in 2019 gezamenlijk een winst geboekt van bijna 5 miljoen euro.

Gebouwenpark ter waarde van 3,8 miljard euro

Vijf huisvestingsmaatschappijen (namelijk De Lakense Haard, De Anderlechtse Haard, Le Logis-Floreal, GW van Sint-Joost en EVERECITY) hebben elk meer dan 1 miljoen euro winst gemaakt terwijl drie huisvestingsmaatschappijen in het rood zijn gegaan: Binhome (-4,7 miljoen), Le Logement Molenbeekois (-2,3 miljoen), en Zuiderhaard (-500.000). Daarnaast beschikken de 16 Brusselse sociale huisvestingsmaatschappijen over een gebouwenpark met een boekwaarde van maar liefst 3,8 miljard euro. De huisvestingsmaatschappijen met het meest waardevolle gebouwenpark zijn De Brusselse Woning (403 miljoen), De Lakense Haard (354 miljoen), De Anderlechtse Haard (345 miljoen) en Comensia (341 miljoen).

50.000 huishoudens op de wachtlijst, minder dan 4.000 sociale woningen gebouwd

“Het is algemeen geweten dat de Brusselse cijfers voor sociale huisvesting niet bepaald rooskleurig zijn, om het nog beleefd uit te drukken”, stelt Brussels parlementslid Mathias Vanden Borre. Er staan ongeveer 50.000 huishoudens op de wachtlijst voor het huren van een sociale woning, terwijl er nog geen 40.000 woningen beschikbaar zijn. Deze huishoudens vertegenwoordigen ongeveer 128.000 personen, meer dan 10,4  procent van de Brusselse bevolking. Ter vergelijking, in Vlaanderen zijn er 170.000 wachtende kandidaat-huurders, en dit op een bevolking van meer dan 6 miljoen. Vorige Brusselse regeringen lanceerden een “Plan voor de huisvesting” in 2004 en een “Alliantie Wonen” in 2013. “De uitvoering van die plannen is een regelrecht fiasco: de twee plannen voorzagen in de bouw van 11.720 woningen van sociale aard, waarvan er op vandaag slechts 3.750 woningen effectief zijn gebouwd! Bovendien is de gemiddelde kwaliteit van die woningen ondermaats. En dan rest nog de belangrijke vraag waarvoor de honderden miljoenen euro’s aan middelen dan wél gebruikt zijn?!”, aldus Vanden Borre.

Meer dan 30 miljoen euro subsidie per jaar

Gelet op deze ontstellende cijfers is het toch bijzonder wrang om vast te stellen dat de sociale huisvestingsmaatschappijen op een berg geld zitten van meer dan 600 miljoen euro en in 2019 ongeveer 5 miljoen euro winst hebben gemaakt. Zij ontvingen daarenboven ook nog royale subsidies: in 2019 goed voor een totaalbedrag van 33 miljoen en in 2020 voor 36 miljoen euro. “Deze enorme bedragen enerzijds en de lange wachtlijsten anderzijds tonen aan dat de vele middelen die naar de huisvestingsmaatschappijen gaan niet efficiënt gebruikt worden. Ik pleit dan ook voor een verdere rationalisering van de 16 huisvestingsmaatschappijen zodat het bouwen, het beheer en het ter beschikking stellen van sociale woningen doeltreffender kan georganiseerd worden. Ik roep de regering met aandrang op om de efficiëntieoefening voort te zetten, onder meer door het aantal actoren binnen de sociale huisvesting verder te reduceren en door een uniek loket te ontwikkelen. Enkel op die manier zullen we eindelijk een antwoord kunnen bieden aan de 128.000 personen die wachten op een sociale woning”, besluit Vanden Borre.