“We hebben het Sportkompas al met succes gebruikt in 500 scholen, maar nu zijn we nog ambitieuzer en willen we álle scholen bereiken”, zegt Weyts. “Kinderen die vroeg de smaak van het sporten te pakken krijgen, sporten meer en langer. Daarom sla ik graag de brug tussen twee van mijn bevoegdheden: Sport en Onderwijs”.

Alle leerkrachten een beetje sportleerkracht

Weyts wil nu nog meer leerlingen in contact brengen met sport en met de lokale sportclub die het beste bij hen past. MOEV moet in de komende jaren alle leerlingen bereiken. Dat is een heel ambitieuze doelstelling, die onder meer via afspraken met lokale besturen gerealiseerd kan worden. De schoolsportorganisatie gaf tot nu toe bijvoorbeeld alleen vormingen aan LO-leerkrachten, maar zal zich nu ook richten op alle andere leerkrachten: de bedoeling is dat álle leerkrachten een beetje sportleerkrachten worden. In alle scholen moet ook een schoolsportgangmaker komen: leerkrachten die binnen de school de rol van ambassadeur opnemen voor een bepaalde sport. Sportfederaties en ook sportclubs kunnen steeds nauwer samenwerken met scholen en op termijn echt voet aan de grond krijgen in de scholen.

Gezond sporten = beter leren

“Gezond sporten en bewegen helpt kinderen en jongeren met alles – óók met beter leren”, zegt Weyts. “We willen structureel meer samenwerking tussen scholen en sportclubs. Met het Sportkompas laten we de kinderen kennis maken met verschillende sportdisciplines die ze anders nooit zouden leren kennen. Als Mozes niet naar de berg komt, brengen we de berg naar Mozes.”